Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Spelen op een fort: Bso Fort Kakola

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een historisch verdedigingswerk van 85 kilometer lang, met forten, dijken, sluizen en kanalen. Een van die forten is Fort Lunet III in Utrecht. Daar vind je geen soldaten meer; sinds 2011 biedt het fort bescherming aan de kinderen van buitenschoolse opvang Fort Kakola.
Het fort waar een kinderopvangorganisatie zit.
Foto: Frida Noordzij

Onderweg naar het tweehonderd jaar oude Fort Lunet III rijd je door een allesbehalve historisch landschap. Bso Fort Kakola bereik je zigzaggend door de Utrechtse jarenzeventig- wijk Lunetten. Via een fietspad, waar auto’s te gast zijn, rij je een groene oase in. Het is even zoeken, maar achter het vele groen en grote eikenbomen prijken de massieve rode deuren van Fort Kakola, die uitnodigend wagenwijd openstaan. Het is een van de twee bso’s van Kind&co ludens die gevestigd zijn in een fort: Fort I en Fort III. Even denk je richting een museum te lopen, wanneer je het imposante bouwwerk benadert, totdat je een grote groep kinderen van picknicktafels op ziet staan. Ze rennen tegen de heuvel op, naast het fort. Of vinden een speelplek achter de grote rode deuren. ‘Ze hebben net fruit en groente gegeten’, vertellen de twee pedagogisch medewerkers die vandaag op de groep staan, Melisa en Luka.

‘Waar grote laarzen door de ruimte denderden, rennen nu kindervoeten’

Unesco Werelderfgoed

Want ook al is je bso gevestigd in een rijksmonument, met metersdikke muren en omgeven door grachten, ook al staat je kinderopvanglocatie op de Unesco Werelderfgoedlijst; ook hier geldt net als op vele kinderopvanglocaties: in de ochtend eten we samen groente en fruit. Melisa ruimt de tafel af en brengt de verdeelbakken waar nog een paar laatste stukjes komkommer en banaan in liggen, naar het keukentje achter de meest linkse deuren van het fort. Er zijn wel vier ingangen. Alle vier zijn ze omlijst door knalrode zware openslaande deuren van hout, die de historie van het pand ademen.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-024-2441-z/MediaObjects/41189_2024_2441_Fig2_HTML.jpg

Verschillende ruimtes

De keuken is relatief klein en praktisch, maar aan de eettafel is ruimte voor zeker acht kinderen. ‘Soms zitten we hier in de keuken met een groep kinderen’, vertelt Melisa. Zij werkt nu bijna drie jaar op deze bso-locatie voor kinderen van 7 tot 12 jaar. ‘Vooral als het regent zitten we hier vaker. Dan is het fijn om de groepen te verdelen over de verschillende ruimtes.’ Luka beaamt dat lachend. ‘Het kan namelijk nogal gehorig zijn in het fort als we allemaal binnen zijn. De akoestiek is niet echt fantastisch’, vertelt hij, wijzend naar het gewelfde plafond.

Lange dagen

Maar het is zomervakantie dus veel binnen zijn de kinderen deze dagen niet. Het is zelfs zo rustig ín het fort, dat je niet verwacht dat er vandaag toch zeker 22 kinderen een lange dag op de bso zijn. In de zomervakantie is de bso geopend van 8.00 tot 18.30 uur. Dit betekent ook lange dagen voor de pm’ers op de groep. Luka werkt eigenlijk op een andere bso-locatie van Kind&co ludens, bso Luna, maar vandaag hebben de kinderen van Luna de oversteek gemaakt naar Kakola. Niemand klaagt.

Buiten de hekken

Buiten wordt het fort omgeven door een grote, groene ruimte waar de kinderen mogen spelen. Een groep kinderen speelt een potje voetbal boven op de heuvel, anderen hangen in touwen in de bomen of relaxen in de hangmatten. De buitenruimte is afgezet met een houten schapenhek. Maar er is een opening. Bewust. Kinderen waarvan de ouders een zogeheten zelfstandigheidscontract ondertekenen, mogen buiten de hekken spelen. Maar daar gelden wel belangrijke regels voor. ‘Kinderen krijgen een stopwatch mee en mogen niet langer dan 30 minuten spelen buiten het hek’, legt Melisa uit. ‘Na 30 minuten komen ze terug en vertellen ze aan mij of mijn collega dat ze weer terug zijn. Sommigen gaan dan nog eens 30 minuten, maar dan moeten ze zich eerst even melden. Ze mogen nooit alleen buiten de hekken spelen, maar altijd met een of meerdere andere kinderen. Ook zijn er plekken waar ze absoluut niet heen mogen. Vaak lopen wij ook een rondje buiten de hekken, of gaan mee op pad met de kinderen.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-024-2441-z/MediaObjects/41189_2024_2441_Fig3_HTML.jpg
Een groep kinderen staat te popelen om het gebied ‘buiten de hekken’ te laten zien. De opening in het schapenhek ligt enigszins verscholen tussen grote bomen – met daarin hangmatten en touwen – achter het voetbalveld. Het voelt een beetje stiekem om door de hekken te stappen, maar de kinderen lopen vol zelfvertrouwen voorop. Direct nadat we de omheinde speelruimte hebben verlaten, wijst een van de jongens naar een paadje dat rechts naar beneden loopt, richting de gracht. De kinderen weten wat de grenzen van het buitengebied zijn en hoe daarmee verantwoord om te gaan. ‘Daar mag je niet heen.’ Hij loopt een klein stukje naar beneden. ‘Tot hier mag je, maar daarna wordt het te steil.’ De andere kinderen knikken instemmend.

Verborgen hut

We lopen verder door de beboste omgeving. Een paar kinderen rennen vooruit. ‘Hier hebben we een hut gebouwd! Loop maar achter ons aan.’ De kinderen duiken een verborgen zijpaadje in, en verdwijnen achter de struiken. ‘Pas wel op, want je broek gaat kapot.’ De jongens grinniken. En inderdaad, om bij de hut te komen moet je behendig langs flinke bramenstruiken kruipen. Andere kinderen maken van de nood een deugd en zoeken naar rijpe bramen, die direct in hun mond verdwijnen. Met een touw klimmen we de heuvel weer af, waar een betonnen schuilplaats opduikt. ‘Daar mogen we niet in’, klinkt het. De bunker heeft aan deze kant twee kijkvensters, de een afgesloten met een glazen of plastic plaat, de ander open. De kinderen mogen de bunker niet in, en ze mogen er ook niet opklimmen. Of ze niet stiekem de regels wel eens overtreden? ‘Nee’, klinkt het resoluut. De kinderen mogen buiten de hekken spelen op goed vertrouwen en deze verworven speelvrijheid lijken ze zo te koesteren dat ze elkaar scherp houden op het naleven van de regels die daarbij komen.

Bramenstruiken

Een meisje laat haar stopwatch zien. We zijn 12 minuten en 47 seconden op pad, maar hier buiten staat de tijd al ruim 200 jaar stil. De kinderen gidsen me door het eeuwenoude landschap, waar je als bezoeker de routes niet zomaar weet te vinden. Maar zij kennen de weg. Voorbij de kazerne staan nog veel meer bramenstruiken. Alle kinderen plukken er nu van en laten hun gevonden, bijna zwartrode schatten zien aan vriendjes. ‘Poh, deze is zuur!’, klinkt het. ‘Ik had ook een hele zure’, reageert iemand. De allermooiste bramen zijn het moeilijkst te vinden, ver weg van het pad en beschermd door flinke dorens. ‘Ik kom er niet bij’, roept een jongen jammerlijk. ‘Nou, die zijn dan maar voor de vogels!’

Dit artikel komt uit Magazine Kinderopvang nummer 7 2024. Het hele artikel lezen? Op dit moment krijg je 25% korting op een compleet jaarabonnement, dus wees snel. Je kunt dan ook de verschenen nummers online inzien.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.