De relatieve daling van het gebruik van kinderopvang in 2014 was vooral zichtbaar in de terugloop bij kinderen van 0-1 jaar. In twee jaar tijd nam hun deelname aan kinderopvang af van 31,3 procent van het totaal aantal kinderen in deze groep (in 2012) naar 23,6 procent in 2014. In de categorie 4-12 jaar was de daling veel minder groot.
Dit
Vervolg:
# 4
A.M. Blansjaar 30 apr
Het vervolg:
Om de kwaliteit in de kinderopvang te verbeteren en in huis te houden zou ik eerder denken aan:
– tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor ten hoogste vijf jaar, daarna overgaan tot een contract voor onbepaalde tijd.
Voordelen hiervan:
– je houdt de kwaliteit binnen
– dit is fijn voor werknemer, kinderen en ouders en niet te vergeten collega’s
– nu moet je na twee jaar afscheid nemen van zeer goede groepsleidsters domweg omdat je in deze tijd als werkgever geen risico’s kan nemen door iemand voor onbepaalde tijd in huis te halen.
Wellicht kan men bij de AbvaKabo/FNV ook het stukje wat hier in ‘Kinderopvang Totaal’ staat ter kennis nemen. En kiezen voor zoveel mogelijk behoud van wat we nu hebben…
Het zou fijn zijn als de vakbonden daadwerkelijk zouden meedenken over onze mooie branche in plaats van onverantwoorde eisen te stellen.
Samen hebben we hetzelfde doel. Een fijne werkomgeving voor iedereen. Voorwaarde hiervoor is dat er wel een werkomgeving over moet blijven om in te kunnen werken.
Dus vakbonden: Denk mee! Hoe blijven we met z’n allen staande.
We zitten in de 1 na hoogste CAO. Laten we daar voor dit moment tevreden mee zijn.
De AbvaKabo/FNV willen:
– minimaal aantal contracturen van 16 uur
– 0-uren contracten na half jaar onbepaald
– elke periodiek een ophoging van 75 EUR (dit houdt in dat vanaf schaal 6.10 (4%) t/m schaal 6.21 (3%) verhoging wordt verlangd
Als motivatie zeggen de AbvaKabo/FNV :
– we willen dat iedereen kan werken
We hebben allemaal kunnen constateren dat de vorige CAO tot gevolg heeft gehad dat alleen al in 2014 100 kinderdagverblijven failliet zijn gegaan.
Hoeveel banen zijn daarmee gemoeid gegaan.
Is het niet zo dat wij (werkgevers/werknemers) er meer bij gebaat zijn om te streven naar bijvoorbeeld behoud van de banen, dus pas op de plaats maken (niet verhogen van de lonen, neem de Rijksoverheid als voorbeeld).