Volgens Bart Heeling, leerkracht en gedragsspecialist in het cluster 4-onderwijs, maakt een subtiel verschil in woorden een wereld van verschil. ‘Stel, een kind komt laat van school naar de bso. Je kunt dan zeggen: ‘’Wat ben je laat!’’ of je zegt: ‘’Wat fijn dat je er bent.’’ Zie je het verschil? Het eerste roept mogelijk spanning op, terwijl het tweede warmte en acceptatie uitstraalt.’
Waarom we vaak negatief reageren
Heeling legt uit dat we geneigd zijn om negatief te reageren door een oeroude overlevingsstrategie. ‘Vroeger moesten we altijd alert zijn op gevaar. Hoewel dat in onze moderne wereld niet meer nodig is, blijven we vaak automatisch vanuit het negatieve denken. Als je je hiervan bewust bent, kun je je gedachten bijsturen. Vraag jezelf af: Is dit kind echt expres op mijn zenuwen aan het werken, of zijn het mijn gedachten die uitgaan van het ergste?’
De invloed van stress
Net als volwassenen hebben kinderen een zogenaamde window of tolerance: de mate waarin ze spanning kunnen verdragen. Heeling illustreert dit met een voorbeeld: ‘Rijd je op de snelweg, maar moet je plotseling hard remmen? Dan rij je daar de volgende keer met meer spanning in je lichaam. Voor kinderen geldt hetzelfde. Als je boos op ze bent geworden, naderen ze je de volgende keer met meer terughoudendheid – vooral als je het conflict niet goed hebt opgelost. Timing en context zijn hierbij belangrijk. Als je een kind publiekelijk hebt aangesproken, maak dan ook in dezelfde setting excuses. Dit laat niet alleen het kind, maar ook de groep zien dat fouten maken menselijk is.’
Gedrag is vaak een uiting van onzichtbare pijn
Veel kinderen dragen al op jonge leeftijd emotionele bagage met zich mee, soms veroorzaakt door ingrijpende ervaringen thuis. Dit kan zich uiten in stress, frustratie of verdriet. Heeling benadrukt het belang van begrip: ‘Een kind dat thuis te maken heeft met onveiligheid, bekijkt volwassenen door een andere lens. Als je dat weet, wordt het makkelijker om vanuit geduld en positiviteit te reageren. Benader deze kinderen met zachtheid, neutraliteit en vriendelijkheid.’
Kinderen en voorspelbaarheid
Voorspelbaarheid biedt kinderen houvast, zegt Heeling. ‘Een liefdevolle en duidelijke leiding is cruciaal. We geven kinderen tegenwoordig veel te veel opties. Daar ben ik echt tegen.
‘’Wat wil je op je brood, pindakaas of hagelslag?’’ Dit schept onnodige keuzestress. Weet je dat een kind van hagelslag houdt, smeer die boterham dan gewoon. Kinderen krijgen zo minder druk op hun schouders en ervaren meer rust. Door steeds aan hen te vragen wat ze willen, kan het zomaar zijn dat we een sluimerende vorm van narcisme stimuleren. Allemaal kinderen die wat zij willen het meest belangrijk vinden.’
Volgens Heeling kan deze trend het gevolg zijn van het gevoel dat ouders hun kinderen moeten compenseren in aandacht. Iets wat zij wellicht hebben ontwikkeld door een baan die hen te veel in beslag neemt of een intensief telefoongebruik.
Kinderen observeren je gezicht
Daarnaast geeft Heeling aan dat de invloed van de mobiele telefoon tegenwoordig heftig is. ‘Hoeveel jonge ouders zie je niet met hun mobiele telefoon rondlopen achter de kinderwagen? Dat lijkt onschuldig, maar kinderen leren heel veel door gezichten te observeren. Er vindt echt een serve and return plaats waardoor kinderen nieuwe neurale verbindingen in de hersenen aanmaken.
Wanneer ze steeds een gezicht zien dat naar een scherm kijkt, missen ze cruciale momenten van verbinding. Combineer dat met de lockdowns, mondkapjes en de groeiende populariteit van botox, en het resultaat is dat kinderen gezichten minder goed kunnen lezen. Dit heeft invloed op hun sociale ontwikkeling en kan zelfs leiden tot complexere gedragsproblemen.’
Herstel is mogelijk
Het goede nieuws? Er is herstel mogelijk. Kinderopvang speelt hierin een sleutelrol. ‘De opvang is een afspiegeling van de samenleving. Hier leren kinderen sociale vaardigheden: vriendschappen sluiten, ruzies oplossen en samenwerken. Dit is dé plek om gedrag positief bij te sturen.’
Dat betekent volgens Heeling dat je als pedagogisch medewerker ook het goede voorbeeld moet geven. ‘Belangrijk is dat leidinggevenden een veilige basis op de werkvloer scheppen. Medewerkers moeten elkaar durven aanspreken. Dat is lastig, maar hier zijn tactieken voor.
Hij geeft een praktisch voorbeeld: ‘Stel je ziet een collega een kind stevig bij de arm pakken. In plaats van diegene direct te confronteren, kun je een vraag stellen vanuit je eigen ervaring: ‘’Ik vind het soms lastig om kinderen aan te spreken op hun gedrag. Hoe pak jij dat aan?’’ Door het gesprek open te houden, help je de ander reflecteren op eigen gedrag zonder aanvallend over te komen.’
Kinderen zijn spiegels
Heeling besluit met een krachtige boodschap: ‘Kinderen spiegelen ons gedrag en spiegelen ook dingen naar ons toe. Als wij als volwassenen rust, begrip en positiviteit uitstralen, groeien zij op met een stevigere basis. Pedagogisch medewerkers kunnen hierin een enorm verschil maken.’
Meer weten? Lees dan ook: