Een opvallende zaak in de gastouderbranche: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) keurt speeltoestellen van een gastouder af en legt boetes op. Dit is ongebruikelijk: de GGD gaat immers over het toezicht in de gastouderopvang. En daarbij, speeltoestellen bij de gastouder thuis vallen buiten de keuring door NVWA, omdat die niet publiekelijk worden gebruikt. Instanties staan tegenover elkaar, maar wie beslist?
Het
Vanuit de Warenwet en het besluit is het duidelijk dat, als de toestellen niet particulier gebruikt worden, het toezichtkader van de WAS geldt. Het toestel wordt immers, binnen de gecontracteerde klantengroep, publiek gebruikt, de uitzondering spreekt van: “hetgeen geschiedt in de sfeer van de particuliere huishouding”.
Ook voor BSO en KDV geldt dat speeltoestellen een dossier met in elk geval de keuring en gebruiksaanwijzing moeten hebben en dat ongevallen gemeld moeten (gaan) worden. En een speelhuisje is idd al een speeltoestel.
Soms vraag je je wel af of de regelgeving niet wat al te streng is, maar de Tweede Kamer vond dit in 1996 nodig. En blijkbaar nog steeds.