In navolging van de dagopvang en de buitenschoolse opvang ondergaat ook de gastouderopvang een kwaliteitsonderzoek. Dit zegt minister Lodewijk Asscher op vragen van VVD-Kamerlid Ockje Tellegen. In 2014 wordt een meetinstrument ontwikkeld en aansluitend volgt de kwaliteitsmeting.
Volgens
In deze constructie van bemiddelingsmedewerkers die gastouders beter moeten leren communiceren, en taalvaardiger moeten maken, zitten nogal wat ogen en haken.
In eerste instantie wordt de rol van de ouders niet gezien, die de gastouder aanstellen. Zij zullen toch zelf wel kunnen beoordelen of hun gastouder taalvaardig is of niet? En: zij kunnen ook de kwaliteit van de gastouder prefect zelf inschatten!
Ten tweede: indien iemand de Nederlandse taal in geschrift en als spreektaal niet beheersd, en boven de 20 jaar oud is, een kleine cursus weinig tot niets zal veranderen… mensen die eenmaal een taal verkeerd aangeleerd hebben, kunnen dit bijna niet veranderen. Net zoals de Chinees geen ‘r’ kan uitspreken en de Fransman geen ‘h’ – het is godsonmogelijk!
Ik vind eigenlijk dat je pas als gastouder te boek mag staan als je op minimaal een kind past wat niet familie gerelateerd is. dus niet alleen je eigen kleinkinderen. Een vreemde stelt hoger eisen dan en eigen kind en dus moet je wel professioneel bezig zijn.
Zolang opa’s en oma’s gretig gebruik (misbruik!) maken van deze regeling, zal gastouderopvang niet voor vol worden aangezien.
Ik ben het volledig eens met deze stelling. Er vindt een professionalisering plaats binnen de Gastouder opvang. Er komen steeds meer gastouders bij die heel professioneel te werk gaan maar ook steeds hoger opgeleid zijn. Ook zijn er steeds meer gastouders die met het VVE
programma voor gastouders werken. De Gastouder verdient zeker een hoger aanzien. Ik ben het eens dat de gastouderopvang nog niet voor vol wordt aangezien. Ik ben ook van mening dat elke Gastouder regelmatig haar kennis moet onderhouden, maar heeft daar zelf de verantwoording voor. Je bent tenslotte een zelfstandig ondernemer. Het is mooi als het bureau daarin mogelijkheden kan bieden maar de eigen verantwoordelijkheid hierin moet bij de Gastouder blijven en niet afhankelijk zijn van een bureau.
Kleinschalige kinderopvang
Asscher vindt het niet vreemd dat een gastouder, die gemiddeld in Nederland, slechts 2 kinderen opvangt, aan een andere opleidingseis hoeft te voldoen dan een pedagogisch medewerker in een kindercentrum. Ook wil Asscher benadrukken dat het uitgangspunt bij de kwaliteitseisen voor de gastouderbranche de kleinschaligheid is
Wegens de vele ontslagenen in de kinderopvang, kiezen steeds meer pedagogisch medewerkers om als gastouder aan de slag te gaan. Deze gastouder vangt meer dan 2 kinderen op. Er moet een onderscheid komen tussen de opa en oma gastouder en de professionele, hoger opgeleide gastouder. Die gastouder zou juist prima kunnen bijdragen aan onder andere VVE. De scholing dient direct terrecht te komen bij deze gastouder en niet bij de bemiddelingsmedewerker. Deze gastouder moet haar eigen bedrijf zelf kunnen en mogen regeren binnen de kaders van de Wet, maar zonder de afhankelijke positie van de gastouderbureaus. En niet als laatste, voor vol worden aangezien. Net zoals eigenlijk bij kleine kinderen het geval is, geef de gastouder de ruimte om binnen kaders te mogen en kunnen ontwikkelen!