‘Bij ons zijn de druiven op Jeanette!’ zo klonk het nog niet heel lang geleden. Dan wees een driejarig jongetje steevast vragend omhoog terwijl we in de achtertuin onder de volle druivenranken door liepen. ‘Echt waar?’, vroeg ik hem dan. En dan mocht hij een druiventros uitzoeken die we die dag deels samen opaten en die soms ook deels met hem mee naar huis ging. Na de herfstvakantie was hij oprecht teleurgesteld toen hij ontdekte dat de meeste druiven op waren en er alleen nog een restantje over was dat te hoog groeide om ze te kunnen plukken en dat dus toch echt voor de vogels was. Hij is dol op onze druiven.