Nieuwe (G)OAB periode: de feiten die iedereen kent.

Gemeenten weten dat het aanbod van voorschoolse educatie van 10 naar 16 uur moet gaan, ze hebben een systematiek voor het verdelen van de middelen en ze weten of de gemeente er financieel op voor- of achteruit gaat ten opzichte van de vorige (G)OAB periode. Via de overgangsregeling is er drie jaar de tijd om de bedrijfsvoering en het beleid aan te passen naar de nieuwe situatie. Ons advies aan gemeenten? Pak de regie in dit proces en ga de dialoog aan met kinderopvangorganisaties, onderwijs én (jeugd)zorg.

Waar het écht om gaat? Herijking van het totale plaatje.

De herverdeling van middelen gaat veel verder dan het (opnieuw) berekenen van kostprijzen of het toewerken naar 16 uur VVE. Herijking van het totale plaatje is cruciaal. Het gaat vooral om lokaal invulling te geven aan wat in een gemeente belangrijk is, het nemen van regie, het bepalen van doelstellingen, het aangaan van de dialoog en het maken van afspraken met de samenwerkingspartners.

“Als gemeente willen wij het echte gesprek bevorderen tussen de bestuurders van kinderopvang en onderwijs. Een warme werkrelatie creëren en in gezamenlijkheid de samenwerking -in het belang van het kind- versterken.”
Marcelle Hendrickx, wethouder Onderwijs gemeente Tilburg

Diverse gemeenten zijn al bezig met het creëren van duidelijkheid voor de wijzigingen die per 1 januari 2019 (start toekenning middelen met opbouw) en 1 januari 2020 (verhoging naar 16 uur VVE) doorgevoerd worden. Vragen die bij hen opkomen zijn bijvoorbeeld:
Op welke wijze kunnen we het uitgebreidere aanbod (16 uur) koppelen aan de juiste kostprijs en wat is de juiste kostprijs op basis van werkelijke ambitie en kosten? Wat betekent dit voor het bereik in onze gemeente?

Wat verwachten we van kinderopvangaanbieders kijkend naar gemeentelijke kwaliteits -en uitvoeringseisen en welke kostprijs is dat waard? En andersom: wat mogen kinderopvangorganisaties van de gemeente verwachten als het gaat om de uitvoering van die 16 uur? Waar kan dit worden uitgevoerd, waar (nog) niet en waarom niet? Hoe gaan we om met locatie- en wijkgebonden vraagstukken en waar zetten we op in? Hoe sturen we dit met de middelen die er zijn? En kan dit binnen de grenzen van marktwerking in de kinderopvang?

Een stap verder.

Vanuit deze en andere vragen begeleidt Innovatie nul13 meerdere gemeenten. We hebben hiervoor diverse methodieken ontwikkeld, zoals kostprijsberekeningen. Ook brengen we de basis- en VVE-voorwaarden systematisch in kaart en verstrekken inzichten in de inzet van middelen binnen het onderwijs. Onze werkwijze? We maken doelen, verantwoordelijkheden en kwaliteitskaders inzichtelijk, gaan samen in gesprek met de betrokken partijen, objectiveren en zorgen voor inzicht in mogelijkheden en onmogelijkheden. Onze meerwaarde? We hebben niet alleen jarenlange ervaring op ambtelijk en bestuurlijk niveau, maar ook volop expertise van onderwijs en kinderopvang. We maken de verbinding tussen beide werelden en creëren zo draagvlak voor een toekomstbestendig stelsel.

Janine Boekelder is partner bij Innovatie nul13, het adviesbureau dat gemeenten, kinderopvang en onderwijs pragmatisch begeleidt bij complexe vraagstukken binnen het speelveld van kinderen van 0 – 13 jaar. www.innovatienul13.nl