Er is, anders dan bij passend onderwijs, geen wettelijke kader voor passende kinderopvang. Maar we zien wel een toenemend aantal kinderen met extra zorgbehoefte in de kinderopvang. En daarbij moet de instroom naar speciaal onderwijs en jeugdzorg verminderd worden.

Wat kunnen gemeenten en de betrokken partners, die een gezamenlijke opdracht voor kindontwikkeling hebben, daaraan doen. Welke samenwerking is nodig in het belang van het kind, de ouder én de professional?

Ellen gaat in op:

• Hoe ver kunnen en willen we gaan binnen de reguliere VE groepen?
• Welke (laagdrempelige) interventie kunnen we gezamenlijk inzetten?
• Welke financieringsmogelijkheden zijn er?

Inclusie niet alleen een opdracht is voor onderwijs en kinderopvang, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ons allemaal. Het zal lef, samenwerking en het vermogen om naar verschillende perspectieven te luisteren vergen, inclusief die van ouders. Bart Heeling zal met deze lezing niet alleen nieuwe inzichten bieden, maar vooral ook aanmoedigen om samen in actie te komen en een inclusieve samenleving te creëren.

Je leert:

• Echt contact zal het verschil maken: Het draait om het zien en begrijpen van de werkelijke behoeften van kinderen.
• De context moet centraal staan, niet het kind alleen. Door de omgeving te versterken, zal er ruimte ontstaan voor alle kinderen om zich op een natuurlijke manier te ontwikkelen, zonder dat zij buiten de boot vallen. Ruimte scheppen voor rust en onzichtbaarheid.
• In een tijd waarin monitoring en controle steeds belangrijker lijken, zal hij pleiten voor ruimte waarin kinderen zich even mogen terugtrekken en zichzelf kunnen zijn.

Zowel op scholen als in de kinderopvang creëren we omgevingen waarin kinderen zich veilig kunnen ontwikkelen en opgroeien. Toch bevinden deze organisaties zich in uiteenlopende contexten: ze worden verschillend gefinancierd, werken binnen verschillende wettelijke kaders, hebben unieke ontstaansgeschiedenissen en organisatorische structuren, en worden anders aangestuurd.

Shirine gaat in op vragen als:

• Hoe kun je verschillen tussen school- en kinderopvangorganisaties benutten om samen tot innovatievere oplossingen te komen?
• Hoe maak je van spanningen een bron van groei en succes bij complexe vraagstukken, zoals kansen creëren voor kinderen?
• Hoe kan je op een functionele manier conflicten aangaan?

Samenwerking binnen een netwerk, essentieel, maar ook complex. Ben Hammer is op zoek gegaan naar de ingrediënten van duurzame en vitale netwerken. Op basis van zijn ervaringen in verschillende allianties en netwerken heeft hij vijf condities geïdentificeerd die onmisbaar zijn voor een goed functionerende alliantie of netwerk. Ben Hammer deelt zijn visie op het creëren van netwerkwaarde en het samenwerken in netwerken. Netwerkleiderschap betekent condities creëren voor kansrijke samenwerking.

Een lezing over:

• Positionering samenwerking
• Introductie op vijf condities voor samenwerken

Vier soorten samenwerking

Inclusief leiderschap is een veelbelovende leiderschapsbenadering om de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs en jeugdzorg te versterken. Deze samenwerking gaat immers vaak niet vanzelf. Daarom is het belangrijk dat leidinggevenden zich inzetten voor inclusieve werkomgeving waarin professionals optimaal samenwerken en gebruik maken van elkaars expertise. Met haar bijdrage benadrukt Rachel het belang van inclusief leiderschap als sleutel tot het succes voor het optimaal ondersteunen van de ontwikkeling van kinderen.

Je leert:

• Inclusief leiderschap is cruciaal voor betere samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs. Leiders die zowel verbondenheid faciliteren als professionele eigenheid waarderen, creëren een inclusiever organisatieklimaat waarin professionele expertise optimaal wordt benut.
• Voor interprofessionele samenwerking tussen kinderopvang en basisonderwijs bestaat geen blauwdruk, maar zien we juist veel verschijningsvormen.
• Belangrijk is om duidelijk te hebben waarom je wil samenwerken. Het Kindcentrum-integratiemodel (KCIM) helpt leidinggevenden helpt om inzicht te krijgen in de mate van samenwerking en om je ambities te bepalen, en welke knelpunten je zoal kunt tegenkomen

Belangrijke vragen uit het veld zijn: Hoe betrek je de ouders, hoe licht je ze in? Wat doe je als er geen medewerking van ouders gewenst is? Hoe kan je ervoor zorgen dat er niet teveel rondom een gezin betrokken zijn, maar echt met elkaar kijken naar wat is er nodig en hoe helpen we gezamenlijk een gezin/ kind/ ouders. Hoe kan je zorgen voor structureel/laagdrempelig overleg met tussen JGZ en kinderopvang.

Na deze lezing weet je:

• Wat ouderbetrokkenheid in de kinderopvang inhoudt, welke misverstanden er zijn en wat het effect is op kinderen.
• Hoe ouderbetrokkenheid efficiënt en effectief vorm kunnen geven.
• Om samen met ouders de regie in handen te nemen in het belang van het kind.