Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties4

Eisen aan gezamenlijke buitenspeelruimte uitgesteld tot 2019

Door de Wet IKK en Wet Harmonisatie zijn er onduidelijkheden ontstaan over het gezamenlijk gebruik van de buitenspeelruimte. Demissionair minister Asscher heeft nu besloten om deze regelgeving op te schuiven naar januari 2019. Dit schrijft hij aan de Tweede Kamer.
buitenspeelruimte-Fotolia.jpg
Door de Wet IKK en Wet Harmonisatie zijn er onduidelijkheden ontstaan over het gezamenlijk gebruik van de buitenspeelruimte. - Foto: Fotolia

Asscher

Registreren

4 REACTIES

  1. Geachte heer Strik.
    Helemaal eens. Buitenruimte was bij de totstandkoming van de Wko al een sluitpost. 3 m2 buitenruimte per kind is al krap en delen maakt dat nog minder. Punt van mijn eerdere opmerking is dat er in het land tientallen kindercentra zijn die destijds met toestemming van de GDD/gemeente een 'gelijkwaardig alternatief' aanboden m.b.t. de eisen die aan de buitenruimte in de toenmalige beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Dus niet kleiner maar bijvoorbeeld niet helemaal aangrenzend. En de openstaande vraag is nog steeds hoe daar nu meer wordt omgegaan.

  2. Lees alle reacties
  3. Voor dagopvang beschikt een kindercentrum over aangrenzende, voor kinderen veilige en toegankelijke, alsmede op de leeftijd van de kinderen passend ingerichte buitenspeelruimte, waarvan de oppervlakte minimaal 3 m² bruto-oppervlakte speelruimte per aanwezig kind bedraagt. Dit is een eis!
    Het delen van buitspeelruimte geeft grote beperkingen voor de buitenbeleving van het kind, de groepen kinderen gaan over het algemeen rond de zelfde tijd naar buiten. Op deze manier halveer je de beschikbare tijd, als de oppervlakte met twee groepen wordt combineert. Binnenruimte wordt toch ook niet gecombineerd met andere groep(en), waarom wordt het buiten wel toegestaan?

  4. Misschien dat de sectorpartijen met iets meer voortvarendheid met duidelijke oplossingen en aanbevelingen kunnen komen i.p.v. zeggen dat de minister niet duidelijk genoeg is waarna het probleem doodleuk wordt doorgeschoven naar volgende jaar.
    Een deel van dit dossier ligt er al sinds 6 juni 2012, toen de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang werden vervangen door het Besluit en de Regeling.
    Wat totaal niet duidelijk is, is wat nu de status van art 22 Bkkp is. Dat is een overgangsbepaling die door de minister een aantal keer is verlengd. Voor zover ik kan nagaan, kon er verlenging tot uiterlijk 30 juni j.l. plaatsvinden want zo gaat dat met AMvB's.
    Wat betekent dat nu voor houders in de periode 1 juli t/m 31 december a.s. En hoe zit dan vanaf 1 januari 2018 als het huidige Besluit (Bkkp) is vervangen door het Besluit IKK? Bestaat die overgangsbepaling dan nog ergo is die verlengd tot 1 januari 2019?
    Wie het weet mag het zeggen. Dat is namelijk wel van belang voor die kindercentra die sinds 6 juni 2012 door het bieden van een voor 6 juni 2012 toegestaan 'volwaardig alternatief', nu nog steeds afwijken van de formele wet- en regelgeving. Dat gaat in veel gevallen over buitenruimte.
    Enige tekst en uitleg door het ministerie is wel gewenst, lijkt me.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.