Een kind dat agressief is, constant ruzie maakt of juist weinig contact zoekt. Het aantal kinderen met een extra zorgvraag stijgt. Hoe zorgen we ervoor dat deze kinderen niet tussen wal en schip vallen en gewoon kunnen blijven meedoen op de reguliere kinderopvang? En hoe doen we dat zonder de medewerkers te overbelasten?
Bart Heeling, leerkracht en gedragsspecialist in het cluster 4-onderwijs, zegt het heel duidelijk: sommige overtuigingen weerhouden ons ervan om écht naar het kind te kijken. ‘We hebben vaak onbewust normen en waarden die we op kinderen projecteren. Oordelende uitspraken als: “Hij moet gewoon luisteren” en “dat gedrag moet consequenties hebben” zijn niet helpend.’ Dit soort gedachten creëren alleen maar een negatieve spiraal, volgens Heeling.
Jij hebt gekozen voor dit vak
Maar hoe doorbreek je die cirkel? Het begint met bewustwording. ‘Als je je bewust wordt van het onbewuste oordeel dat je over een kind hebt, kun je die negatieve gedachten en uitspraken omdraaien. Dit is essentieel om te beseffen: het kind kan er zelf niets aan doen. Hij of zij heeft niet zelf gekozen om naar de kinderopvang te gaan. Jij als medewerker hebt die keuze gemaakt om hier te werken, het kind niet.’
Heeling benadrukt dat als een kind agressief of boos is, je geneigd bent om boos terug te reageren, maar dat versterkt het probleem alleen maar. ‘Probeer eerst terug te gaan naar de basis: breng meer begrip op voor het kind.’
Leer de kleinste signalen te zien
Wil je echt begrijpen wat er in een kind omgaat? Leer de kleinste signalen te zien, zegt Heeling. ‘Let op de subtiele veranderingen in de interactie met andere kinderen. Hoe is de lichaamshouding? Zie je spanning? Beginnende zelfregulatie?’
Volgens Heeling vertellen deze minieme signalen vaak al het hele verhaal. ‘Gaat het kind ineens harder praten? Wordt het drukker? Of trekt het zich juist terug? Als je die spanningen vroegtijdig opmerkt, kun je als pedagogisch medewerker veel eerder en subtieler ingrijpen.’
Verwachtingsmanagement
Heb je er weleens bij stilgestaan welke verwachtingen je hebt voordat dat ene kind binnenkomt? Misschien betrap je jezelf erop dat je je al schrap zet, omdat je ervan uitgaat dat hij meteen ruzie gaat zoeken. Maar besef goed: kinderen voelen dat feilloos aan. Je verwachting beïnvloedt hun gedrag. ‘Als je dat los kunt laten, ontstaat er ruimte voor een andere interactie,’ aldus Heeling.
Daarnaast speelt de ruimte waarin je werkt een grote rol. Is er altijd een uitweg? Kan het kind weg als het zich onveilig voelt? Heeling benadrukt het belang van een open omgeving: ‘Als het brein stress ervaart, kan het in de fight, flight of freeze-modus schieten. Daarom is het goed om het kind die veiligheid te laten ervaren, dat hij of zij niet is opgesloten en altijd weg kan.’
Maak het bespreekbaar
Het is een misvatting dat je als pedagogisch medewerker alles zelf moet oplossen, simpelweg omdat je ervoor geleerd hebt. Samen weet je meer. Heeling benadrukt het belang van open communicatie: ‘Het is juist belangrijk om te beseffen dat het niet erg is om de situatie aan anderen voor te leggen.’
Door casussen gezamenlijk te bespreken, leer je van elkaar en groeit het hele team in expertise. Heeling raadt aan om dit wekelijks te doen: ‘Zorg dat iedereen binnen het team een casus inbrengt die jullie gezamenlijk kunnen bespreken. Maar bestook elkaar niet direct met tips. Stel eerst verduidelijkingsvragen, zodat het hele probleem voor iedereen, en ook voor jezelf, helderder wordt.’ Op die manier creëer je een cultuur van leren en groeien, waarin iedereen zich gesteund voelt.
Toegankelijke kinderopvang voor iedereen
Als we willen dat kinderopvang voor ieder kind toegankelijk blijft, moet er volgens Heeling nog veel veranderen aan het huidige stelsel. Hij vindt vooral dat er op het gebied van opleiding meer moet gebeuren: ‘Allereerst gebeurt er te weinig op het gebied van opleiding. Er zou meer aandacht moeten zijn voor traumasensitief werken. Want alleen door anders te kijken naar gedrag en de bagage die kinderen met zich meebrengen, zouden we al meer kinderen kunnen binnenhouden.’
Een omgeving die rust brengt
Wist je dat de inrichting van een gebouw al een wereld van verschil kan maken? Volgens Heeling is dit vaak een onderbelicht onderwerp: ‘Hier zit wel een kostenplaatje aan, maar het doet heel veel met kinderen. Het scheelt al heel veel als je ergens achteraf op een bedrijventerrein zit of aan een parkje met bomen en veel buitenspeelmogelijkheden.’ Een rustige, groene omgeving helpt kinderen om te ontprikkelen en zich veilig te voelen.
Geen integraal kindcentrum alsjeblieft!
Daarnaast is Heeling kritisch op grootschalige initiatieven zoals het integraal kindcentrum. ‘Het klinkt allemaal heel leuk hoor, dat samenwerken, maar als het puntje bij paaltje komt, komt daar helemaal niets van terecht. Bovendien is zo’n grote massale plek voor kinderen helemaal niet fijn. Ze kunnen daar niet tot rust komen,’ zegt hij stellig.
Kinderen hebben behoefte aan geborgenheid en overzicht. Heeling ziet meer in kleinschalige, huiselijke opvanglocaties: ‘Als kinderen uit school komen, is het fijn dat ze naar een andere plek kunnen gaan. Of naar huis, of naar een rustig gebouw waar ze even helemaal niets te maken hebben met school. Een gezellige plek met een schemerlampje, een bank om op te chillen en een mooi buitengebied waar ze kunnen spelen.’
Geef grenzen
Wat hebben kinderen met een extra zorgvraag écht nodig? ‘In ieder geval geen medelijden,’ zegt Heeling resoluut. ‘Als je weet dat de thuissituatie van een kind slecht is of dat het getraumatiseerd is, kun je dat zielig vinden. Maar daar help je het kind niet mee.’
Het klinkt misschien hard, maar volgens Heeling is het juist cruciaal om dit kind gelijk te behandelen. ‘Bij jou op de groep is dit kind geen slachtoffer. Voor hem of haar gelden dezelfde verwachtingen en regels als voor ieder ander. Dat is juist respectvol.’
Natuurlijk mag je compassie voelen, maar laat dat niet doorslaan in medelijden. ‘Geef dit kind grenzen,’ zegt Heeling. ‘Niet door boos te worden, maar in liefde te corrigeren. Juist die structuur en duidelijkheid zorgt voor veiligheid en dat is wat kinderen nodig hebben.’