De kinderopvang moet volwassen worden. Natuurlijk moet de overheid eindelijk een eenduidig langetermijnbeleid voor de kinderopvang ontwikkelen, maar de sector moet ook zelf werken aan een mentaliteitsverandering. Dit concludeert Aafke Raaijmakers in haar promotieonderzoek voor de Universiteit van Tilburg. Voor het onderzoek bekeek ze de verschillende belangen van de kinderopvang en hoe kinderopvangbestuurders met die tegenstrijdige belangen omgaan.
Volgens
Ik ben het zeker met de conclusie eens, dat kinderopvang veel meer is dan alleen een oplossing om te kunnen werken. Dat moet inderdaad ook meer worden uitgedragen. Keerzijde is wel dat de politiek dit nu wel in woorden ondersteunt, maar niet wil bijdragen in budget. De gewenste kwaliteit en inhoud kost nu eenmaal geld. Als Asscher alleen de nadruk legt op kosten en dwingt tot flexibiliteit in plaats van inhoud, komt het nooit van de grond.
Onze beleidsmakers moeten de kosten voor kinderopvang zien in verhouding met een werkzaam leven van meer dan 40 jaar. Ouders hebben dan zo’n 6 jaar kinderopvang nodig. Als je dit afzet tegen de meeropbrengtst van het opbouwen van een carriere, is dit een goede investering van gemeenschapsgeld.