Als pedagogisch coach werk je nauw samen met pedagogisch professionals. Je bouwt een vertrouwensband op. Dat is belangrijk voor een goede samenwerking, maar dit kan ook een negatief effect hebben. Iemand die jou bijvoorbeeld alleen nog maar over de eigen privéproblemen vertelt. Hoe zorg je ervoor dat je geen klaagmuur wordt? En hoe houd je die balans?
Marinda Fisher is beleidsmedewerker en pedagogisch coach bij het Leidsche Tuynhuis. Ze vertelt graag waar je rekening mee kunt houden tijdens het coachen. ‘Allereerst is het heel belangrijk om goed voor jezelf te zorgen en je eigen grenzen te bewaken. Voor je het weet laat je mensen hier, soms onbewust, overheen gaan.’
Je bent geen psycholoog
Volgens Fisher krijg je als pedagogisch coach namelijk weleens te maken met de privéproblemen van pedagogisch professionals. ‘Dat is op zich niet erg en ook niet heel verbazingwekkend. Zaken die zich thuis afspelen, kunnen ook op de werkvloer opborrelen.’
Daar heeft Fisher wel een voorbeeld van. ‘Stel: een pedagogisch medewerker komt met een leerdoel naar je toe. Ze wil zich minder snel laten triggeren door de kinderen. Het kan zijn dat er een overlap is met de thuissituatie, dat ze dit bijvoorbeeld bij haar eigen kinderen ook ervaart.
Op zich is dat geen probleem, maar als het een zwaar onderwerp is, kan het je pet misschien te boven gaan. Soms stap je dan bijna in de rol van psycholoog. Voor je het weet probeer je dan de problemen die iemand thuis ervaart ook op te lossen. Het vervelende is dat je dit vaak pas doorkrijgt als je er al middenin zit.’
Bewustwording is de eerste stap
Toch is het volgens Fisher niet erg als dit je weleens overkomt. ‘Ik denk dat veel pedagogisch coaches hier in het begin van hun carrière weleens tegenaan zijn gelopen. De eerste stap is dat je jezelf hier bewust van wordt, zodat je het de volgende keer anders kunt aanpakken.
Hoe meer ervaring je hebt, hoe eerder je aanvoelt of je op de goede weg zit of niet. Grijp altijd weer terug op het leerdoel en waar je op wilt coachen. Als je dus vragen van pedagogisch medewerkers krijgt die privé gerelateerd zijn, geef dan aan dat je hierbij niet kunt helpen. Natuurlijk kun je ook doorverwijzen en diegene adviseren om eens met een vertrouwenspersoon te praten.’
Volgens Fisher kan het andersom ook weleens goed uitpakken. ‘Medewerkers kunnen de tips die je tijdens het werk geeft ook thuis hanteren. Bijvoorbeeld wanneer je aanwijzingen geeft over het complimenteren van kinderen. Als die pedagogisch medewerker dit thuis ook doet, heb je een win-winsituatie.’
Er komen veel vragen op je af
Volgens Fisher vervult de pedagogisch coach een brugfunctie tussen de werkvloer en het management. ‘Je bent hierdoor vrij laagdrempelig en mensen weten je snel te vinden. Dit klinkt heel fijn, maar hierdoor kan het vaak voorkomen dat je vragen tussendoor krijgt. Dit kunnen vragen zijn waar je jezelf niet goed op hebt voorbereid.’
Hoe kun je daar volgens Fisher het beste mee omgaan? ‘Je hoeft natuurlijk niet gelijk alles af te wimpelen. Er zijn ook vragen waar je wel direct iets mee moet in verband met de urgentie van het leerdoel. Toch is het soms beter om er niet gelijk op in te gaan. Vooral als je het gevoel hebt dat je er nog niet genoeg over weet om goed te kunnen coachen. Geef aan dat je er graag later op terugkomt. Op deze manier bewaak je je eigen grenzen als coach. Je creëert voor jezelf tijd om je voor te bereiden, zodat je zo goed mogelijk kunt coachen.’
Hoort deze vraag bij jou of het management?
‘Daarnaast kun je ook veel vragen krijgen die eigenlijk niet onder jouw werkzaamheden vallen. Soms worden er vragen gesteld die bij de leidinggevende horen. Jij bent namelijk altijd zichtbaar op de groep en een leidinggevende kan druk zijn met andere dingen. Denk bij iedere vraag dus goed na of het iets is dat bij jou hoort of niet. Als dit niet het geval is, kun je pedagogisch professionals erop wijzen dat ze bij het management moeten zijn.’
Kun je als manager tegelijkertijd ook pedagogisch coach zijn?
Als een organisatie heel klein is, kan het weleens voorkomen dat de locatiemanager tevens ook pedagogisch coach is. Volgens Fisher wordt coachen dan lastig. ‘Natuurlijk is het niet onmogelijk; sommige locaties hebben nu eenmaal niet die luxe. Maar het heeft niet mijn voorkeur. Als manager ben je er namelijk om knopen door te hakken en als coach ben je meer aan het observeren. Je wilt als coach de pedagogisch medewerker zelf over een oplossing laten nadenken en niet zelf iets aandragen. Als je de ene dag manager bent en de andere dag coach, kan dit dus best ingewikkeld zijn.
Daarnaast kan het voor pedagogisch professionals zeer verwarrend zijn welke pet je die dag op hebt. Ze zullen minder snel geneigd zijn om met problemen naar je toe te komen. Het is dus heel belangrijk om van tevoren aan te geven welke rol je die dag hebt en wat medewerkers van je kunnen verwachten.’
Zoek verbinding met andere coaches
Fisher vindt het belangrijk dat een coach ook op andere vlakken goed voor zichzelf blijft zorgen. ‘Het is belangrijk om je grenzen te bewaken, maar ook om jezelf te blijven ontwikkelen. De functie van pedagogisch coach is een functie waarvan de kaders heel duidelijk zijn, maar waarin je zelf vormgeeft aan de inhoud van de functie. Sommige organisaties worstelen hier nog een beetje mee.
Beginnende coaches kunnen de vrijheid van deze functie soms als lastig ervaren. Zoek daarom ook contact met andere coaches. Hoe pakken zij het aan? Ga die verbinding met elkaar aan en blijf jezelf ontwikkelen dankzij opleidingen of trainingen. Werkervaring is ook ontzettend belangrijk. Ga dus gewoon aan de slag. Hoe vaker je namelijk in situaties bent die je moeilijk vindt, hoe makkelijker het wordt om ermee om te gaan.’
Wil je hier meer over weten? Lees dan ook:
Waarom is de rol van de pedagogisch coach per organisatie zo verschillend?
Vraag aan de coach. ‘Mag de muziek aan?
Hoe waarborg je je rol als pedagogisch coach als je ook nog een andere functie hebt?