Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Babytaal en babygebaren

Baby's en jonge kinderen die nog niet kunnen praten, kunnen zich soms moeilijk uiten. Dat kan frustrerend zijn. Helemaal als je niet begrijpt wat het kind duidelijk wil maken. Met Dunstan Babytaal en Babygebaren overbrug je de kloof naar het leren praten. 'Beide methodes geven een uniek kijkje in het hoofd van een baby', aldus Saskia Schreurs, eigenaar van MiniTolk.

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-022-1822-4/MediaObjects/41189_2022_1822_Fig1_HTML.jpg
Toen Saskia Schreurs zwanger was van haar eerste kind kwam ze in aanraking met Babygebaren. Niet toevallig, want als communicatiewetenschapper en Pabo-docent had ze al eens gekscherend gezegd dat ze ‘later’ graag trainingen over communiceren met baby’s zou geven. Dat gebeurde. Ze werd docent Babygebaren bij de overkoepelende organisatie Baby- en Kindergebaar. Later kwam daar het certificaat Dunstan Babytaal bij, en inmiddels is ze de trotse eigenaar van haar eigen onderneming MiniTolk. Met als veelzeggende ondertitel: Begrijp je kleintje. ‘Toen ik zelf aan de slag ging met Babygebaren zag ik dat dat veel deed met mijn kind. Er ging een wereld voor me open. Het is zo waardevol als je een baby goed kunt begrijpen als praten nog niet lukt of nog niet aan de orde is. Eigenlijk is het een gemiste kans als je je er níet in verdiept.’

Reflexgeluiden

Dunstan Babytaal (zie kader) is een mooie methode om zogeheten reflexgeluiden te herkennen. Dat zijn aangeboren huilgeluiden waarmee een pasgeboren baby zijn behoeften aangeeft. Daardoor kun je als verzorger goed reageren op die behoeften. Omdat de aangeboren reflexen na een maand of vier uitdoven, hebben pm’ers in de kinderopvang er minder vaak mee te maken. Toch denkt Saskia dat het goed is als pm’ers zich erin verdiepen. ‘Uit onderzoek blijkt dat baby’s deze huilgeluiden langer en bewuster gebruiken als hun ouders bezig zijn geweest met Dunstan. Het is dan fijn om ook op het kinderdagverblijf deze geluiden te herkennen.’

Babygebaren

Het gebruiken van babygebaren is een andere manier om de interactie met jonge kinderen te bevorderen. ‘Gesproken taal ondersteun je dan met gebaren die afkomstig zijn uit de officiële Nederlandse Gebarentaal. Het klinkt ingewikkeld, maar het zijn versimpelde gebaren. Je communiceert niet in complete gebarentaal, maar je haalt er kernwoorden uit die je ondersteunt met een handgebaar.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-022-1822-4/MediaObjects/41189_2022_1822_Fig2_HTML.jpg
Mats Gebaart Slapen
Dus als je zegt dat het tijd is om te eten, maak je tegelijkertijd het gebaar voor eten. Ga je met een kind naar de wc, dan gebruik je het gebaar voor wc. ‘Als je dit consequent doet, zullen kinderen dit gaan spiegelen. Als ze ongeveer zes maanden oud zijn, kunnen ze het gebaar koppelen aan een betekenis, ook als het niet uitgesproken wordt.’
Na nog eens twee maanden, als de motoriek verder ontwikkeld is, kunnen ze zelf een poging doen om een gebaar te maken. ‘Dat is natuurlijk erg interessant,’ vertelt Saskia enthousiast, ‘want zo overbruggen ze de enorme kloof naar het moment dat ze kunnen praten. Dat is meestal rond anderhalf jaar. Met gebaren gebruik je dus de fysieke mogelijkheden die een baby wél heeft.’
Saskia Schreurs is, naast onder meer kinderpsycholoog Tischa Neve en geluksprofessor Patrick van Hees, een van de sprekers op het Jaarcongres Pedagogisch Medewerker op vrijdag 31 mei. Meer info of aanmelden >>

Minder frustraties

Het komt regelmatig voor, jonge kinderen die zich nog niet kunnen uiten en er razend gefrustreerd van worden. En vervolgens zit de pm’er met de handen in het haar, omdat ze geen idee heeft wat het kind dwarszit. Met het gebruik van baby- en kindergebaren is dat verleden tijd. ‘Kinderen die zich nog niet kunnen uiten, kunnen boos of opstandig worden. Nu ze met gebaren duidelijk kunnen maken wat ze willen zeggen, valt de frustratie grotendeels weg. Ook de pm’er zal een handgebaar sneller snappen dan het eerste gebrabbel van een baby.’

‘Je overbrugt de kloof tussen begrijpen en praten’

Ze vertelt over haar eigen kind dat met een schortje met gekleurde stippen in de kinderstoel zat. Steeds weer wees hij naar die ene gele stip. Saskia merkte dat hij haar iets duidelijk wilde maken, maar ze had geen idee wat. Totdat hij het gebaar van de zon maakte. ‘Ik zei: “Jij wilt laten zien dat jouw gele stip op de zon lijkt, wat goed!”. De blik daarna sprak boekdelen. Hij was zo trots dat hij begrepen werd.’
De effecten zijn duidelijk, vindt Saskia. ‘Je krijgt minder gefrustreerde kinderen, je overbrugt de kloof tussen begrijpen en praten en kinderen krijgen meer zelfvertrouwen. Omdat kinderen beelddenkers zijn, gaat de taalverwerving ook beter. In de groep is er meer rust en tegelijkertijd meer interactie. Omdat gebaren visueel zijn, hoef je als pm’er ook niet te schreeuwen om de aandacht van kinderen te vragen. Tijdens een overgangsmoment kan een simpel gebaar voldoende zijn.’

‘Met 6 maanden kunnen baby’s een gebaar koppelen aan een betekenis’

Een uitkomst

Ook voor kinderen die erg verlegen zijn en zich altijd op de achtergrond houden, kunnen de gebaren een uitkomst zijn. Saskia kent het verhaal van een meisje dat op de opvang nooit iets zei, maar plots wel antwoordde met een gebaar. ‘De betreffende pm’er kon vervolgens op haar reageren en op die manier eigenlijk haar bestaan erkennen. Dat klinkt misschien wat zwaar, maar op die manier kan het dus erg waardevol zijn. Dat geldt ook voor kinderen met een taalachterstand of meertalige kinderen: de gebaren fungeren voor hen als brug naar het leren van de Nederlandse taal.’

Eenheid onder pm’ers

Wat het extra vergt van pm’ers? ‘Het is misschien even wennen,’ zegt Saskia, ‘maar het klinkt moeilijker dan het is. Uiteindelijk wordt het een natuurlijke manier van communiceren. Het is wel belangrijk dat je de officiële gebarentaal gebruikt. Gebruik dus niet zelf lukraak gebaren. En zorg dat meerdere pm’ers op de groep ermee werken. Er moet eenheid zijn, niet dat iedereen maar wat doet. Begin met een beperkt aantal gebaren, zodat iedereen eraan kan wennen, en breid dat langzaam uit.’

Ouders betrekken

Betrek ook de ouders erbij. ‘Kinderen zullen het ook thuis gaan gebruiken, dus dan is het handig voor ouders om te weten wat hun kind bedoelt. Hoe meer mensen in de omgeving van een kind gebaren gebruiken, hoe eerder kinderen zélf gebaren gaan inzetten. Besteed er eens een ouderavond aan: welke woorden stellen we centraal, welke gebaren horen daarbij en wat kun je thuis zien?’

Cadeau

Saskia’s conclusie: ‘Dunstan Babytaal en Babygebaren geven allebei een uniek kijkje in het hoofd van baby’s en jonge kinderen. Het is hét cadeau van communiceren.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-022-1822-4/MediaObjects/41189_2022_1822_Fig3_HTML.jpg
Saskia leert je graag een aantal basisgebaren die je in de kinderopvang kunt inzetten. Scan deze QR-code voor de video.

Dunstan babytaal

Dunstan babytaal is vernoemd naar de Australische sopraan Priscilla Dunstan. Als zangeres is ze erg sensitief voor geluiden en ze ontdekte dat haar baby verschillende soorten huilgeluiden maakte. Door de huiltjes te observeren en erop te reageren onderscheidde ze vijf huilpatronen. Deze geluiden zijn reflexen van een pasgeboren baby om verschillende behoeften aan te geven: honger, vermoeidheid, een boertje dat dwarszit, darmkrampjes en ander ongemak. De reflexen verdwijnen na een maand of vier. Daarna gaan baby’s bewust geluid maken.
5 behoeften, 5 geluiden
Na uitgebreider onderzoek bleek dat de vijf aangeboren reflexgeluiden universeel zijn: alle baby’s ter wereld maken dezelfde geluiden voor dezelfde behoeften.
1. Neh: de baby heeft honger en beweegt de tong naar het gehemelte (zuigreflex) om deze daarna naar beneden te brengen. Dat geeft de lange klank ‘neh’ of ‘nah’.
2. Eairh: de baby heeft last van darmkrampjes. Het is een dringend, persend geluid dat vanuit de buik komt. Vaak balt de baby ook zijn vuistjes, trekt de beentjes op of strekt ze juist. Ook de gezichtsuitdrukking spreekt vaak boekdelen.
3. Auw: een baby die een ‘auw’-klank laat horen, is vermoeid. Je ziet het ook aan de vorm van het mondje, die ovaal wordt door de gaapreflex.
4. Heh: de baby ervaart ongemak. Dat kan om een vieze luier gaan, het te koud of te warm hebben of anders willen liggen. De ‘h’, een soort zucht, is meestal duidelijk hoorbaar.
5. Eh: er zit een boertje dwars. Het is een reeks korte klanken en lijkt qua woord misschien veel op ‘neh’ of ‘heh’, maar is in geluid compleet anders. Bij ‘eh, eehhhh’ weet je dat je moet helpen om een boertje los te krijgen.

Rust en vertrouwen

Het grote voordeel als je de verschillende universele huilgeluiden kunt onderscheiden, is dat je precies weet waar de baby behoefte aan heeft als hij huilt. En dus krijgt hij sneller datgene wat nodig is. Vaak kun je daarmee voorkomen dat het kind écht overstuur gaat huilen. Voor de verzorger levert het zelfvertrouwen en rust op.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.