Als we toe willen naar bijna gratis kinderopvang en daarmee een toenemende vraag creëren, dan wordt het personeelstekort nog problematischer, waarschuwt Peter van Zijl (SDB Groep). Hij ziet een mogelijke oplossing om het probleem te verminderen: het inschakelen van ouders.
Hij ziet een infarct aankomen als de kabinetsplannen voor bijna gratis kinderopvang in 2027 zullen doorgaan. ‘Als we kinderopvang bijna gratis gaan maken en loskoppelen van de arbeidseis, kun je de problemen van mijlenver zien aankomen. De vraag gaat toenemen en we hebben niet genoeg professionals als we blijven vasthouden aan hooggeschoolde beroepskrachten. Ik denk dat we er niet aan ontkomen om ouders er meer bij te betrekken.’ Hij vindt het niet vreemd om iets terug te verwachten van iemand die enkele uren per week werkt en daarmee vijf dagen bijna gratis kinderopvang kan afnemen. ‘Natuurlijk kun je niet verwachten dat ouders die vier dagen per week werken, de vijfde dag zullen bijspringen in de kinderopvang. Dat hoeft ook niet. We moeten er geen dwang of verplichting achter zetten. Als maar een paar procent van de werkende ouders hun steentje bijdraagt, hebben we al een flinke workforce.’
Creatiever worden
Er zijn aardig wat tegenargumenten te bedenken voor de inzet van ouders in de kinderopvang maar Van Zijl heeft hier goed over nagedacht. ‘Ik pleit er niet voor om terug te gaan naar de situatie waarbij peuterspeelzalen voor de helft draaiden op ouders en vrijwilligers. Het is niet mijn idee om ouders in te zetten om pedagogisch medewerkers te vervangen maar ik zie ze in een rol naast professionals. En daarmee kun je ook de pedagogische kwaliteit behouden.’ Hij geeft voorbeelden hoe hij het voor zich ziet. ‘Natuurlijk, kinderopvang is een vak, maar je kunt creatiever worden in het inzetten van de deskundigheid van ouders. Een timmerman zou een boeiende leerzame ervaring kunnen bieden aan kinderen in de bso. Je kunt een lappendeken van mogelijkheden creëren om ouders en professionals op hun eigen expertise in te zetten.’ Hij ziet ook ouders in de rol van ondersteuning van pedagogisch medewerkers in verzorgende taken. ‘Als ouders op de groep helpen met hand- en spandiensten kunnen pedagogisch medewerkers zich focussen op de kernpunten van hun pedagogische taken.’
Luizen controleren
Hij wijst op het basisonderwijs waar het de normaalste zaak van de wereld is om ouders in te zetten. ‘Daar worden massaal ouders gevraagd om te helpen met uitstapjes, lezen met kinderen, activiteiten organiseren, op luizen controleren, klassenouder zijn … verzin het maar. Dat zou je in de kinderopvang toch ook kunnen doen?’ Hij erkent dat een groep kinderen in de kinderopvang begeleiden iets anders is dan het opvoeden van je eigen kinderen, maar zegt dat we daar in Nederland flexibeler in kunnen zijn. ‘Er is heel veel capaciteit onder de ouders die totaal niet benut wordt. Het is geen kant-en-klare oplossing voor het personeelstekort maar er is volgens mij een potentieel onder ouders om een deel van het probleem aan te pakken. Waarom kun je niet als ouder in de zandbak taartjes bakken met kinderen? Of balspelletjes doen om de motoriek te ontwikkelen? En je ziet nu ook dat een groep wordt gesloten als er een medewerker ziek is en er geen invaller beschikbaar is. Als je incidenteel een beroep kunt doen op een of twee ouders, kun je de locatie open houden.’
Burgerparticipatie
Ook in de zorg wordt steeds meer een beroep gedaan op burgerparticipatie. Van Zijl weet dat bijvoorbeeld burenhulp aan thuiswonende kwetsbare mensen iets anders is dan bijspringen in de kinderopvang. Toch ziet hij een belangrijke rol voor een toenemende burgerparticipatie. Hij zag een landkaartje van Europa waarin werd aangegeven hoeveel procent van de bevolking vindt dat de zorg voor zieke ouders een plicht van hun kinderen is. ‘In Nederland scoren wij 16 procent en daarmee bungelen wij in Europa kansloos onderaan.’ Waarmee hij wil zeggen dat we toe moeten naar een maatschappij waar we meer naar elkaar omkijken. ‘We kunnen het ons niet meer permitteren om alleen met onszelf bezig te zijn.’
Batterij aan voorwaarden
Hij ziet nu een omgekeerde beweging als de plannen van het kabinet doorgaan. ‘We krijgen dan een verschuiving van informele kinderopvang door grootouders naar formele opvang. We zouden juist meer de beweging moeten maken van formele naar informele zorg. We leven in een heel individualistische maatschappij en dat is niet meer houdbaar. Burgers moeten gaan bijspringen maar het vreemde is: in de kinderopvang mag dat niet. Je moet aan allerlei eisen voldoen voordat je iets mag: denk aan het hebben van een VOG, inschrijven in het personenregister, de juiste diploma’s hebben en voldoen aan de taaleisen; dat stoort mij enorm. De kinderopvang zit met een enorm probleem qua personeel maar dat enorme potentieel aan ouders kun je nauwelijks inzetten. Idioot gewoon.’
Community-model
Als het systeem van de Rijke schooldag verder wordt ingevoerd, waarbij school en kinderopvang samen dagarrangementen gaan verzorgen, worden de verschillen nog zichtbaarder en vreemder. ‘Tijdens onderwijsuren mogen ouders actief zijn maar in het tijdslot van de kinderopvang zijn daar veel eisen en regels aan verbonden. Als je meer naar het community-model wil zoals je dat in Duitsland en Scandinavië ziet, moeten die regels echt gaan veranderen. We zijn hier in Nederland alleen maar bezig met individualisme en regels die zijn gebaseerd op wantrouwen. Laten we het meer met elkaar doen, maar dan moet het ook mogelijk worden gemaakt.’
Peter van Zijl is oprichter van Pelosa en het merk Quebble. Pelosa is vorig jaar overgenomen door SDB Groep.