Het juni nummer van Management Kinderopvang besteedt aandacht aan private equity. Nu de overheid over enkele jaren de sector weer voor zeker 95 procent gaat financieren, wordt steeds vaker kritisch gekeken naar de commerciële kinderopvang.
Management Kinderopvang dook in dit onderwerp en interviewde Ed Buitenhek, Janneke Plantenga en Jeanne Lemmens (Partou-groep). Het onderwerp blijkt veel minder zwart-wit dan vaker geschetst.
Op de cover prijkt Mariam Talhaoui, directeur van Second Home Kinderopvang. Deze organisatie richtte zij acht jaar geleden op en heeft inmiddels tien locaties in Almere, met honderd medewerkers en circa achthonderd kindplekken.
Private equity in de kinderopvang ligt (weer) onder een vergrootglas. Nu de overheid over enkele jaren de sector voor zeker 95 procent gaat financieren, wordt steeds vaker kritisch gekeken naar de commerciële kinderopvang. Private equity zou aan banden gelegd moeten worden. Management Kinderopvang dook in dit onderwerp en interviewde Ed Buitenhek, Janneke Plantenga en Jeanine Lemmens (Partou-groep). Het onderwerp blijkt veel minder zwart-wit dan vaak geschetst: 'Ik zie veel beeldvorming omtrent private equity.'
De school krijgt nieuwbouw, misschien wordt het wel een IKC, er zijn bouwplannen voor een nieuwe wijk, er wordt een lokaal wijkteam opgericht of er is nieuw achterstandenbeleid: het zijn allemaal momenten waarop het handig is om korte lijntjes met het gemeentebestuur te hebben. Nu er overal nieuwe gemeenteraden en nieuwe wethouders zitten, is er daarom werk aan de winkel voor kinderopvangorganisaties.
Meertalige kinderopvang heeft geen negatief effect op het Nederlands van de kinderen. Dat is de belangrijkste conclusie uit het net verschenen rapport 'Meertaligheid in de kinderopvang', uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van het ministerie van SZW. De praktijkervaringen zijn heel positief en het sein staat nu op groen voor aangepaste wetgeving.
Kinderopvangorganisaties en belastingen, het lijkt soms niet samen te gaan. Te vaak gebeurt het in de praktijk dat kinderopvangorganisaties fiscale gevolgen onderschatten. Als een kinderopvangorganisatie zich wel bewust is van de fiscale verplichtingen, zijn vaak beperkte fiscale beheersingsmaatregelen getroffen. Helaas zijn de fiscale risico's bij kinderopvangorganisaties in de praktijk vaak groter dan gedacht.
Kinderopvang ZON! heeft volgens sommigen de leukste bso van Nederland: 'Bij ZON! Thuis' in de buurt van Delft. Oprichter Janneke van den Bos is promotor van groene opvang van het eerste uur. Maar het gaat haar niet alleen om het groen. 'Ik vind dat we toch nog te veel voor de kinderen bepalen. We moeten meer naar hen luisteren. Het zijn geen onaffe volwassenen, maar kleine mensen die verantwoordelijkheid kunnen dragen.'
In 2019 publiceerden vier kinderopvangorganisaties een positionpaper over het toezicht in de kinderopvang. Na een gesprek met GGD GHOR Nederland werd er niet zichtbaar iets gedaan met de gemaakte afspraken. Terwijl de landelijke regiehouders (het ministerie van SZW, GGD GHOR en VNG) met elkaar discussieerden over hun visie en rolverdeling, zochten lokale GGD'en de dialoog met de kinderopvangorganisaties en gemeenten op. Een van de uitkomsten was het symposium 'Regel ruimte voor kwaliteit' in Amsterdam. Mikz-bestuurder Ans Keij doet in deze bijdrage haar verslag en kijkt terug op de afgelopen jaren.
Leidinggevenden in de kinderopvang bevinden zich in een lastige spagaat: enerzijds is er een grote vraag naar kinderopvang, anderzijds zijn er personeelstekorten en ziekteverzuim. Ze willen ouders bedienen, maar moeten hen steeds vaker teleurstellen. Onlangs hoorde ik een manager roepen dat ouders de komende twee jaar niet bij haar organisatie hoefden aan te kloppen; geen plek. Bestaande klanten maken regelmatig mee dat de groep van hun kind die dag gesloten is.
Eén curriculum voor alle kinderen van 0-6 jaar: een goed idee of niet? Dit was het onderwerp van een seminar van Childcare International. Verschillende sprekers lieten zien wat de voordelen zijn van één visie en leerlijn voor kinderen tussen de 0 en 6 jaar. Pedagoog Inge van Rijn was erbij.
Second Home Kinderopvang heeft tien locaties in Almere, met honderd medewerkers en circa achthonderd kindplekken. Directeur Mariam Talhaoui richtte de organisatie acht jaar geleden op. 'Ik vond dat het naschoolse aanbod vernieuwender kon.'
Een doorgaande lijn voor kinderen van twee tot zes jaar: bij IKC Maria in Hoorn realiseren ze dit met één team aan de voorkant. Voor de buitenwereld zijn opvang en onderwijs één organisatie. 'Iedereen heet hier meester of juf.'
Onder en na schooltijd vuurtje stoken en water zuiveren, maar ook natuurlessen volgen: bij de Brederoschool in Groningen creëren ze met het project Buitenlokaal een doorgaande lijn van school naar bso. En de Sterrenschool De Ruimte in Almere heeft een heus bos gekocht en gebruikt die samen met de bso van Partou. Twee inspirerende voorbeelden van de rol van natuur in de rijke schooldag. De tweede aflevering in de serie van PACT voor Kindcentra.
De intrede van digitale technologie vraagt van (professionele) opvoeders een antwoord op de vraag hoe we ons verhouden tot deze ontwikkeling én welke nieuwe kansen en verantwoordelijkheden dit met zich meebrengt. Centraal hierbij staat de vraag: waartoe voeden we op? In dit artikel licht het Pedagogen Platform van de BMK toe hoe maatschappelijke kinderopvang de rol en invloed van de digitale technologie op de opvoeding ziet.
De wereld verbeteren? Wat kan ik betekenen in de grote vraagstukken rondom het klimaat? We hebben genoeg te doen op kleinere schaal en juist dat kleinschalige kon weleens een significant verschil maken. Een tuin, een moestuin beginnen bij jouw kinderopvanglocatie, is klein en overzichtelijk. Je kunt op die plek iets betekenen voor de natuur, maar ook voor het klimaat. En uiteraard ook voor de mensen; alles is met alles verbonden. Als we de natuur zien als waar we onderdeel van zijn, verandert ons perspectief.
De drempel om met ouders te praten over zorgen over hun kind kan erg hoog zijn; voor pedagogisch medewerkers, maar ook voor leidinggevenden. Zie ik het wel goed? Wat als ik ouders vals beschuldig? Wat als ze kwaad worden en hun kind van de opvang halen? Allemaal voorstelbare belemmeringen. Hoe kun je de drempel verlagen?
Van kinderbewaarplaats via de ouderparticipatie-kresj zijn we een aantal feministische golven la-ter een sector die ertoe doet. Tel daar de rapporten bij die duidelijk maken dat de ontwikkeling van kinderen baat heeft bij kinderopvang. Dus vrij naar een SIRE-campagne: je bent een rund als je je kroost geen kinder-opvang gunt. Maar de praktijk werkt an-ders, want gezinnen verschillen in ach-tergrond, cultuur en opvoeding, maar zeker ook in gezinsinkomen.
Grote wetenschappers hebben zich bezig gehouden met licht en kleur. onderscheidde in het kleurenspectrum zeven kleuren in de volgorde van de regenboog: rood-oranje-geel-groen-blauw-indigo-violet. toonde met een prisma aan dat het menselijke oog drie hoofdkleuren onderscheidt in dit spectrum: , en ('ultramarijn', zei hij). De taalwetenschap-pers en ontdekten later dat elke taal eerst het onder-scheid tussen zwart en wit, of donker en licht maakt. Als een taal een derde kleur kent, dan is dat rood, terwijl de vierde kleur geel of groen is. De makkelijkst zichtbare kleuren krijgen het eerst een naam.