In het januari/februarinummer van Management Kinderopvang gaan we in discussie: is het IKC een zegen of niet? Verder een artikel waarin we antwoord geven op de vraag of de grenzen aan flexibiliteit bereikt zijn. Hoe kunnen we ondanks de crisis proberen de stabiliteit te bevorderen? En aandacht voor een breed Europees onderzoek naar permanente educatie: wat werkt wel en wat niet?
Veel kinderen komen nog maar één dag per week naar de kinderopvang. Pedagogen zijn het erover eens dat kinderen niet gebaat zijn bij de lappendeken aan opvang. Waarom zijn stabiele groepen in de kinderopvang zo belangrijk? En wat betekent de teruglopende stabiliteit voor kinderen en organisaties? Tijdens het managersprogramma van Kinderopvang Live gingen we op zoek naar antwoorden en aanbevelingen.
Het integraal kindcentrum (IKC) wordt door de politiek omhelsd als panacee voor de meest uiteenlopende problemen. Daarin schuilt een gevaar, waarschuwen critici. ‘Een oplossing voor werkende ouders is niet automatisch het beste voor kinderen.’
Het is prima om tevreden medewerkers te hebben, maar alleen met bevlogen medewerkers overtuig je de klant, de ouders dus. Daarom is het voor de kinderopvang juist in deze tijd van crisisnaweeën essentieel dat werknemers enthousiast zijn over hun baan, hun werkplek en hun baas. Onderzoeksbureau Tevreden.nl begint dit jaar een uniek benchmarkonderzoek naar bevlogenheid in de kinderopvang.
Een 33-jarige pedagogisch medewerker heeft op een zomerse dag per ongeluk een 2-jarig kind ongeveer anderhalf uur in de auto achtergelaten. Daarop is zij op staande voet ontslagen. De zaak wordt vervolgens aan de rechter voorgelegd.
Inspraak niet via een or, maar via de sociocratische kringorganisatiemethode: Het Buitenschoolse Net kreeg er toestemming voor van de SER. Hoe werkt sociocratie? Over besluitvorming die zowel top-down als bottom-up plaatsvindt. Over consensus versus consent.
Als er in de kinderopvangorganisatie een cultuur is van permanent leren, wat merken kinderen daar dan van? Merken ze er überhaupt wat van? Jan Peeters van VBJK in Gent deed er samen met anderen onderzoek naar.
Voorzichtig durven kinderopvangondernemers te geloven dat het tij is gekeerd en dat de vraag naar kinderopvang toe gaat nemen. Dromen over bomen die tot in de hemel groeien mag, maar groeien zonder plan kan op de lange termijn vervelend uitpakken. Het advies voor dit jaar: groei niet te gretig.
Het zat Janneke van den Bos (ZON!, Delft) en Monique Dongelmans (Kinderopvang Mundo, Schiedam e.o.) al een tijd dwars: de kleine rol die ouders opeisen in de communicatie met kinderopvang en onderwijs. Afgelopen zomer richtten de twee directeuren Stichting BOKS op (Samenwerking Ouders, Onderwijs, Kinderopvang). ‘Het is tijd dat onze ouders een emancipatieslag maken.’
Rijdt u wel eens met 120 km/u over de snelweg met een blinddoek op? Dit is wat veel organisaties doen bij het online aantrekken van nieuwe klanten. Men begint heel enthousiast, maar vervolgens schiet het monitoren van de resultaten er bij in. Josselin Volkers van IMKK vertelt hoe dit beter kan.
Ouders en kinderen uit D en Bosch gaan naar De Petteflet of De Vlindertuin als ze kinderopvang nodig hebben, niet naar Kanteel. Dat weet iedereen. Dat bleek ook uit klantenanalyse. Daarom besloot Kanteel Kinderopvang het roer om te gooien. De regie komt bij de locatie te liggen. En zo heet de omslag dus ook: Regie op locatie.
Met een nieuw kindvolgsysteem gaat Zo Kinderopvang ouders nauwer betrekken bij de ontwikkeling van kinderen. MijnPortret stelt het betrokken spel van kinderen centraal. ‘Het gaat erom dat ze in een flow komen.’
Maakt kinderopvang jonge kinderen nu agressief of niet? Het Amerikaanse NICHD-onderzoek liet zien dat Amerikaanse kinderen die in de voorschoolse kinderopvang gezeten hebben, agressiever zijn op de basisschool. Verschillende onderzoekers hebben vervolgens gediscussieerd over wat ‘agressief’ hier precies betekent. De een concludeerde: de kinderen zijn alleen wat mondiger in de groep. De ander bleef vinden: ze zijn toch iets agressiever. Het onderzoek ging hierna verder. Uit vervolgstudies bleek dat een paar jaar later alle kinderen in de klas even ‘agressief’ waren.