De kritiek op de directe financiering zwelt aan. In een artikel zetten we de kritiek van de branche over de nieuwe financieringssystematiek op een rij. In een ander artikel uiten twee bso-professionals en -kenners hun zorgen over een andere ratio op de bso waardoor groepen groter worden. Verder een artikel over verdeeldheid binnen de gastouderopvang. Hoe ziet de toekomst van deze belangrijke speler in de branche eruit?
De plannen van Lodewijk Asscher voor een nieuwe financiering oogsten brede kritiek in de kinderopvangsector. Vooral de ingewikkelde driehoeksrelatie tussen klant, uitvoeringsorganisatie en ondernemer zal voor problemen zorgen, is de verwachting. Het ministerie trapt op de rem.
Permanente educatie neemt steeds vastere vorm aan. In de leerstof zal straks veel nadruk gelegd worden op nieuwe pedagogische en wetenschappelijke inzichten. ‘Alle oude concepten over leren moeten op de schop.’
Managers in de kinderopvang kunnen sinds kort uit twee instrumenten kiezen om de pedagogische kwaliteit in beeld te brengen. Maar wanneer gebruik je welke? ‘Wie met de observatielijst van de Kwaliteitsmonitor aan de gang gaat, doet al enorm veel.’ Mirjam Gevers van het NCKO licht toe.
In een vorige bijdrage hebben wij een casus besproken waarin een 33-jarige pm’er op staande voet werd ontslagen nadat zij een tweejarig kindje anderhalf uur in de auto had laten zitten. De kantonrechter vond ontslag op staande voet gezien de omstandigheden te ver gaan en stemde dan ook niet in met het ontslag op staande voet. Maar… de werkgever ging in hoger beroep en kreeg alsnog gelijk.
Minister Asscher stelt zich ten doel om door middel van Het Nieuwe Toezicht de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang te verhogen. Zijn motivatie is de wens bij te dragen aan een goede start voor kinderen in de maatschappij. Dit staat in zijn brief van 7 juli 2015 ‘Het Nieuwe Toezicht: heldere doelen, duidelijke eisen en betere kwaliteit’. Een groot deel van de voorgestelde maatregelen is toe te juichen, omdat deze aansluiten bij de inzichten uit de praktijk.
In de kinderopvang is wet- en regelgeving altijd een belangrijke en bepalende factor. Wat mag wel? Maar vooral ook: wat niet? Voor iedere kinderopvangondernemer vragen die met grote regelmaat voorbijkomen. Het verantwoord opvangen van kinderen vraagt in Nederland, naast pedagogische deskundigheid, ook een gedegen kennis van de wet. En juist die wet, hoewel in zwarte letters geschreven, laat veel ruimte voor persoonlijke interpretatie en uitleg. Het wit tussen de regels neemt meer ruimte dan het zwart van de letters.
Hoe realiseer je binnen anderhalf jaar vanuit verschillende organisaties een goed lopend integraal kindcentrum? Marike Vroom ging op bezoek bij IKC De Hoge Hoeve in Westervoort en sprak met de betrokkenen over deze successtory. Het geheim: chemie tussen de partijen, durven loslaten, werken vanuit één visie en elkaar wat gunnen.
‘Maar ja …, we moeten wel want onze concurrent zit er ook op!’ Een geluid dat laatst weer werd geuit door een klant. En dat was niet de eerste keer. Met ‘gepaste tegenzin’ bevinden sommige kinderopvangorganisaties zich op Facebook of andere sociale media. ‘Het kost heel veel tijd en we krijgen nauwelijks reacties’, gaf een andere klant aan. ‘Moeten we hier nou echt op zitten?’ ‘Heeft dat toegevoegde waarde?’ Uhhh … JA! Uw doelgroep bevindt zich hier tenslotte! Wist u bijvoorbeeld dat veel (aanstaand e) moeders in de leeftijd van 25 tot 34 zich bevinden op Instagram? En wij maar denken dat het ‘meer voor jongeren’ is. Kansen! En dan heb ik het nog niet eens gehad over de tweede zoekmachine YouTube waar u met uw eigen kanaal uw organisatie – letterlijk – een gezicht geeft.
Kinderopvang is mensenwerk en mensen maken fouten. Soms met flinke gevolgen. Hier heb je niet alleen te maken met juridische consequenties. Ook kunnen we hieruit lessen leren voor het toezicht op de kinderopvang. Juriste Maria Ohoioeloen gaat in op een opmerkelijke zaak.
Twee jaar geleden liet een onderzoek zien dat van de bijna honderd scholen met een IKC-bordje er maar zeven waren die daadwerkelijk recht hadden op deze titel. Ruim acht jaar geleden kwam de Werkgroep Onderwijs en Kinderopvang (WOK) met een 10 puntenplan. Vier jaar later werd het opgefriste plan op het congres Brede Scholen aan minister Kamp aangeboden. En wie er nu naar kijkt, ziet dat de punten nog steeds hoogst actueel zijn.
Minister Asscher kraakt een paar harde noten over de gastouderopvang in zijn Beleidsdoorlichting Kinderopvang. Het brengt de verschillende visies in de branche naar boven en leidde tot de oprichting van een nieuwe belangenbehartiger. Hoe moet het verder met de gastouderopvang?
Het expertisenetwerk ENTZA in Almere is een jaar bezig. En er zijn al heel wat stappen gezet, zeggen de initiatiefnemers. Er zijn verbindingen tot stand gebracht tussen alle partijen die zich bezighouden met kinderen van nul tot zes. De kinderopvang maakt een professionaliseringsslag.
Pedagogisch medewerkers zijn nooit uitgeleerd. In Rotterdam kunnen ze na hun PW 4-opleiding binnen twee jaar een hbo-diploma bemachtigen na een studie die niet alleen een investering is in hun eigen cv, maar ook in de kwaliteit op de stage- of werkplek.
‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’, schreef Herman Gorter ooit als openingsregel van een gedicht. Ook dit stukje wil ik schrijven over geluiden in de lente; geluiden die je ook in de kinderopvang kunt horen. Geen geluiden uit de wandelgangen; nee, het geluid van kinderen buiten.