We vroegen Tischa Neve, kinderpsycholoog, en auteur van o.a het boek Emotieklets, wat je in zulke situaties het beste kunt doen. Haar reactie: ‘Het is allereerst belangrijk om na te gaan wat er bij jou gebeurt op zulke momenten. Wat wordt er bij jou geraakt? Dit kan onder andere iets zeggen over hoe je met je eigen emoties hebt leren omgaan.’
Mogen jouw emoties er zijn?
Wat ze hiermee bedoelt legt Neve graag uit. ‘Ik denk dat onze ouders en grootouders met betrekking tot onze eigen opvoeding wel wat steekjes hebben laten vallen. Natuurlijk niet expres, maar omdat er toen minder bekend was over emoties. Als je zelf met het idee bent opgevoed dat boosheid, verdriet en angst er niet mag zijn, projecteer je dit misschien ook op de kinderen.
‘Het is belangrijk dat je de kinderen goed kent en door hun ogen leert kijken’
Probeer dus bij jezelf na te gaan wat het met je doet als een van de kinderen een driftbui krijgt. Roept dit in jouw lijf en gedachten van alles op? Pas als je dit van jezelf weet en ermee om kunt gaan, kun je de kinderen leren op een positieve manier met hun eigen gevoelens om te gaan.’
Zet eerst je eigen zuurstofmasker op
Maar wat kun je doen als het escaleert? ‘Allereerst is het belangrijk om te achterhalen wat er aan de hand is,’ vertelt Neve. ‘Achter gedrag zit namelijk altijd een behoefte, wens of gevoel. Daarom is het belangrijk dat je de kinderen goed kent en door hun ogen leert kijken. Zo weet je beter wat een kind nodig heeft en hoe je er dus voor ze kunt zijn.
Kijk vervolgens naar jezelf op dat moment. Wat voel je als een kind een driftbui krijgt? Word je onrustig? Schrik je? Raak je geïrriteerd? Je eigen emoties spelen namelijk een belangrijke rol in het minder pittig of juist erger maken van de situatie. Probeer dus eerst zelf rustig te worden voor je het probleem oplost. Een beetje zoals stewardessen in het vliegtuig zeggen: zet eerst je eigen zuurstofmasker op voordat je een kind met zijn eigen masker gaat helpen. Misschien lukt het niet om op dat moment tot rust te komen en echt vanuit begrip te reageren. Wie weet heb je al te veel moeten schakelen of ben je overprikkeld. Schaam je dan niet om een collega om hulp te vragen.’
Geef woorden aan emoties
Als je de situatie zelf gaat oplossen, is het belangrijk om het betreffende kind eerst weg te halen van eventuele triggers en onrust. Dus als het kind ruzie heeft met iemand anders, haal ze dan uit elkaar. Het is goed om kinderen op een rustige plek tot rust te laten komen; de emotie moet er nu eenmaal uit. Blijf in deze situatie altijd liefdevolle en verbindende taal gebruiken en laat vooral blijken dat dit een plek is waar het kind zijn gevoelens mag uiten. Geef woorden aan emoties waar kinderen dat zelf niet kunnen.
Gedrag hoef je niet goed te keuren
Neve geeft aan dat de dingen die je zegt wel echt gemeend moeten zijn. Je inleven in de emotie van een kind moet geen kunstje worden. ‘‘’Ik zie dat je boos bent, maar je moet nu echt ophouden met huilen’’, werkt juist averechts. Het kan zijn dat je de situatie dan alleen maar verergert. Laat het kind echt blijken dat je er gewoon voor ze bent en de emotie erkent. Dit betekent niet dat je het gedrag erbij dan ook moet goedkeuren. Waar nodig corrigeer je dit dus. “Je bent even heel boos, dat is oké, ik laat je niemand pijn doen, dus ik hou je handen even vast’’ of ‘’Je bent heel boos dat het niet lukt, dat snap ik, ik haal de blokken weg, we gooien niet met spullen.’’ Zo koppel je de emotie los van het gedrag.’
‘Met oudere kinderen kun je bespreken wat jullie afspreken als ze boos zijn’
Geen straf
Maar wat als je alleen op de groep staat? Dan kun je niet een halfuur lang met een kind op de gang blijven zitten. ‘Dat klopt,’ zegt Neve. ‘Natuurlijk is het fijn als je erbij kunt blijven, maar als je alleen staat, kun je ook op afstand die verbinding houden. Daarmee bedoel ik dat je uitlegt dat hij niet voor straf op dit rustige plekje is neergezet, maar juist om even uit te huilen, boos te zijn en tot rust te komen. Dat je hem daar even laat en dat hij daar zo lang als hij wil mag blijven zitten of naar je toe mag komen. Sommige kinderen vinden dat juist fijn, want die willen dan even alleen zijn.’
Schep helpende voorwaarden en maak plannetjes
Wat Neve ook belangrijk vindt, zijn de afspraken die je van tevoren maakt. Vooral bij kinderen die vaker pittige emoties ervaren. ‘Met oudere kinderen kun je bespreken wat jullie afspreken als ze boos zijn. Naar welke plek gaan ze? Wat zou dit kind kunnen helpen op dat moment? Schep duidelijke kaders en bespreek goed wat wel en niet kan. Je wilt natuurlijk niet dat ze vanuit hun boosheid weglopen.
Daarnaast is het belangrijk om duidelijkheid, routine en structuur te bieden. Voldoende momenten van contact en verbinding zijn ook essentieel. Ook is het contact met de ouders belangrijk. Met hen kun je bespreken wat ze thuis doen als hij boos of verdrietig is.
Kinderen met pittige emoties hebben hulp nodig. Ze zijn het op sommige momenten even kwijt. Aan jou de taak om deze kinderen niet af te wijzen maar te helpen.’