Ouders die klagen, ouders die overal bovenop zitten of ouders die al verdwenen zijn voordat je een overdracht kunt geven. Ze komen in alle soorten en maten voorbij. Maar hoe ga je om met al die verschillende persoonlijkheden? Peter de Vries, zelfstandig expert in ouderbetrokkenheid, heeft daar een verrassende kijk op: ‘Je kunt ouders niet veranderen en dat moet je ook niet willen.’
De Vries is naast expert op dit gebied ook onderzoeker en lector ouderbetrokkenheid. Toch vindt hij dat woord zelf niet helemaal passend. ‘Bij ouderbetrokkenheid lijkt het erop dat het probleem bij de ouders ligt en dat zij zich zouden moeten aanpassen. Ik wil dat juist omdraaien. Iedereen die met kinderen werkt zou juist veel meer naar ouders toe moeten bewegen. Om kinderen te kunnen begrijpen, moet je de ouders begrijpen. Toon meer interesse en bouw een goede band met hen op. Geloof me, dat is echt veel beter voor de kinderen.’
Nederland informatieland
Hoe De Vries dit concreet voor zich ziet? ‘Het is belangrijk dat je een goede relatie met de ouders hebt. Eigenlijk kan het best simpel zijn, maar maken we het in ons hoofd veel te moeilijk. Begin gewoon met het onthouden van hun namen. Op deze manier kun je ze op een veel persoonlijkere manier benaderen.’
Maar daar stopt het niet. In een tijd waarin ouders overspoeld worden met nieuwsbrieven en updates, mist er iets belangrijks: echt contact. ‘Nederland is een informatieland geworden,’ stelt De Vries. ‘We bestoken ouders met berichten, updates en nieuwsbrieven, maar hoeveel vaders en moeders ken je écht? Ben je echt in hen geïnteresseerd?’
Kijk naar eigen professionaliteit
De verhouding tussen ouders en professionals is volgens De Vries altijd al ingewikkeld geweest. ‘Ik vond laatst een krantenartikel uit 1829 over lastige ouders en hoe daarmee om te gaan. Het is dus een onderwerp dat niet alleen nu speelt, het is van alle tijden. We kunnen ouders niet veranderen en dat hoeft ook niet.’
Dan is er dus helemaal niks aan te doen? ‘Dat wel,’ stelt De Vries. ‘Maar alleen als we kijken naar onszelf en ons eigen aandeel.’
De Vries vindt het jammer dat dergelijke zaken niet in de opleiding aan bod komen. ‘We oefenen wel hoe je moeilijke gesprekken voert, maar daar blijft het vaak bij,’ zegt hij. ‘Daarnaast wordt er onder collega’s al snel gesproken over “lastige” ouders, met de vinger wijzend naar hen als oorzaak van het probleem. Maar wat als we het nu eens omdraaien?’
De Vries pleit voor een nieuwe benadering: kijk naar je eigen professionaliteit. ‘In plaats van ouders te willen veranderen, zou je kunnen onderzoeken wat jíj anders kunt doen in een volgend gesprek. Waarom reageert die ouder zoals die reageert? Welke emotie zit daarachter?’
Volgens De Vries ligt de sleutel in echt contact maken, iets wat je niet bereikt met een informatiefolder of een nieuwsbrief. ‘Ouders van nu zijn de kinderen van vroeger. Ze dragen hun eigen ervaringen en emoties met zich mee. Als je dat begrijpt, kun je pas echt verbinding maken,’ legt hij uit.
Peter de Vries De Vries is naast zelfstandig expert ouderbetrokkenheid en onderzoeker en lector ook een van de sprekers op het Congres Samenwerken in het netwerk op 12 juni 2025. Meer info en aanmelden >>
Gewoon even bellen
De Vries komt met een mooi voorbeeld: ‘Ik begeleid veel mensen die met kinderen werken en dus ook met ouders te maken hebben,’ vertelt hij. ‘Zo sprak ik laatst een leerkracht die een verrassend eenvoudige manier had gevonden om het contact warm te houden: elke dag, onderweg naar huis, belde hij een ouder van een kind uit zijn klas.’
Geen lange gesprekken, maar korte belletjes van hooguit tien minuten. Gewoon even vragen hoe het gaat, een positieve ervaring delen of luisteren naar wat er speelt thuis. En het effect? Ouders voelden zich gezien en gehoord en werden ineens een stuk minder ‘lastig’. ‘Doordat het contact zo laagdrempelig was, merkte hij dat de communicatie veel soepeler verliep,’ zegt De Vries. ‘Het was een kleine moeite, maar maakte een groot verschil.’
Klacht? Niet anoniem
Oudertevredenheidsonderzoeken? Peter de Vries moet er niets van hebben. ‘Ik heb er echt een bloedhekel aan,’ zegt hij zonder omhaal. ‘We behandelen ouders steeds meer als consumenten, alsof ze een review achterlaten voor een pakketje van bol.com.’
Volgens De Vries schieten anonieme enquêtes hun doel compleet voorbij. ‘Natuurlijk is feedback belangrijk, maar anonieme klachten creëren juist onveilige situaties. Het zorgt voor afstand in plaats van verbinding. Een opvang is geen product waar je zomaar een recensie over kunt schrijven. Het is een gemeenschap waarin we samen verantwoordelijkheid dragen.’
Zijn alternatief? Steekproefsgewijze evaluatiegesprekken. Geen onpersoonlijke vragenlijsten, maar echte gesprekken waarin ouders open kunnen delen wat er goed gaat en wat beter kan. ‘Zo krijg je waardevolle feedback en bouw je tegelijk aan de relatie,’ legt De Vries uit. ‘En ja, daar kun je een veel zinvoller rapport van maken dan van al die anonieme cijfers.’
Maak meteen een nieuwe afspraak
Als je te maken hebt met ouders die je weinig ziet, verlegen zijn of contact liever uit de weg gaan, heeft De Vries een simpele maar doeltreffende tip. ‘Voorkom dit al bij de intake,’ zegt hij. ‘Vraag aan het einde van het gesprek direct wanneer jullie volgende contactmoment is.’
Zie je dat een ouder wat onzeker is of veel vragen heeft? Stel dan voor om over drie weken even te bellen of een evaluatiemoment op de groep te plannen. Is het een ouder die juist wat meer afstand houdt? Dan kun je een vervolgafspraak over een maand inplannen. Door bij elke ontmoeting meteen een nieuwe afspraak te maken, zorg je ervoor dat je geen ouder uit het oog verliest.
Je zou denken dat dit veel tijd kost, maar volgens De Vries is het tegenovergestelde waar. ‘Bijna iedereen merkt dat dit juist tijd oplevert. Ouders voelen zich meer betrokken en zijn daardoor veel meegaander.’
Daarnaast is het volgens hem ook belangrijk om ouders op een laagdrempelige manier bij de groep te betrekken. ‘Organiseer geen formele ouderavond, maar iets waarbij hun eigen kinderen ook aanwezig zijn. Denk aan een gezamenlijke maaltijd op de groep of een gezellig samenzijn met iedereen. Op die manier voelen ouders zich verantwoordelijk om te komen, en groeit het contact vanzelf. Niet alleen tussen jou en de ouder, maar ook tussen ouders onderling. Dat zorgt voor meer begrip en een hechtere gemeenschap.’
Gun iedere ouder een andere ouder
Wat je ook kunt toepassen volgens De Vries? ‘Eigenlijk zouden we elke nieuwe ouder een buddy moeten gunnen. Een andere ouder die al langer weet hoe het werkt op de groep, wat de verwachtingen zijn en praktische zaken kan uitleggen. Zo maak je het voor jezelf en de ouders veel makkelijker. En daar wordt de wereld een stuk mooier van.’