Tamara Petter is programmamanager Kinderopvang bij Randstad. Samen met haar collega’s deed ze onderzoek naar het personeelstekort in de kinderopvang. Ze analyseerden bergen data en voerden honderden constructieve gesprekken met onder andere het ministerie, branche- en belangenorganisaties, onderwijsinstellingen, werkgevers en talenten. Hierdoor kwamen zij en haar collega’s tot zeer belangrijke inzichten. Petter: ‘We hebben niet de illusie dat er één kant-en-klare oplossing is voor dit probleem, maar we zien wel dat de kinderopvang ontzettend veel potentie heeft. Dankzij dit onderzoek zijn we er onder andere achter gekomen dat er ruim honderdduizend mensen bereid zijn om over te stappen naar de kinderopvang.’
Wie o wie?
Dat er zoveel mensen bereid zijn om zich te laten omscholen, is natuurlijk positief. Maar wie zijn deze mensen en waar werken ze nu? ‘Het gaat vooral om mensen die al tien tot vijftien jaar in hetzelfde beroep werkzaam zijn’, aldus Petter. ‘De functies die ze bekleden zijn uiteenlopend. Toch kunnen we ze opdelen in grofweg twee groepen. De ene helft van deze honderdduizend mensen heeft een baan in het ongeschoolde arbeidsproces. Denk hierbij aan de dienstverlenende kant, zoals winkelmedewerker of schoonmaker. De tweede grote groep heeft een mbo-opleiding genoten en werkt veelal in een zorg/beautygerelateerde functie als kapper of schoonheidsspecialist.’
‘De kinderopvangsector is eigenlijk vrij onbekend bij deze mensen’
Onbekend maakt onbemind
Fijn dat uit dit onderzoek is gebleken dat de bereidheid tot omscholing groot is. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze mensen voor de kinderopvang kiezen? Daar heeft Petter wel wat ideeën over: ‘Toen we erachter kwamen dat veel mensen interesse zouden hebben in een functie als pedagogisch professional, zijn we een vervolgonderzoek gestart. We hebben gekeken wat er nodig is om die mensen zover te krijgen. Een belangrijk aspect dat we tegenkwamen is dat de kinderopvangsector eigenlijk vrij onbekend is bij deze mensen. Ze hebben geen idee van het bestaan van de functie van pedagogisch professional of doen allerlei aannames over de kinderopvang die niet kloppen. Zo heb ik heel wat personen gesproken die denken dat werken in de kinderopvang betekent dat je de hele dag luiers aan het verschonen bent. Als je ze uitlegt wat kinderopvang nog meer betekent, zie je dat ze meer interesse voor dit beroep krijgen. Het is dus deels een kwestie van het vergroten van bekendheid.’
Kinderopvang in het vizier
Waarom de bekendheid rond kinderopvang laag is, legt Petter uit: ‘Er is weinig publiciteit rond kinderopvang. In het nieuws wordt veel over onderwijs gesproken, maar kinderopvang komt nauwelijks aan bod. Zo las ik laatst een stuk in de krant dat ging over de uitbreiding van chipmachinefabrikant ASML. Er stond bij dat er hierdoor veel banen gecreëerd zouden worden en er automatisch ook meer basisscholen in de regio uit de grond moesten worden gestampt. Nergens las ik iets over de nieuwe kinderopvangcentra die ook gebouwd moeten worden. Het is een klein detail, maar zoiets heeft grote impact. Veel mensen zien kinderopvang over het hoofd; ze hebben het niet in het vizier.’
Opleiding
Dat al deze honderdduizend mensen uit het onderzoek bereid zijn tot omscholing is duidelijk, maar kunnen ze de opleiding wel aan? ‘We hebben gekeken naar wat er nodig is om deze mensen over de streep te trekken’, aldus Petter. ‘Natuurlijk zijn er altijd mensen die eerst ja zeggen, maar later toch afhaken. Daarom zijn we met een aantal personen aan de slag gegaan die interesse hebben in omscholing. Met hen zijn we op een laagdrempelige manier gaan oriënteren. Wat betekent het om in de kinderopvang te werken? Wat zijn de werkzaamheden die je uitvoert en welke verantwoordelijkheden heb je? Na deze oriëntatie haakte 25 procent toch af. Dit betekende dat de mensen die we overhielden op een meer weloverwogen manier “ja” konden zeggen tegen de omscholing.’
‘Zorg dat de opleiding opgedeeld kan worden in kleine stapjes’
Volgens Petter is het voor deze groep ook belangrijk om de opleiding op te kunnen delen in kleine stapjes. ‘Zoals ze nu in het onderwijs ook doen met deelcertificaten bijvoorbeeld. Voor niet iedereen is het haalbaar om de opleiding binnen een jaar af te ronden. Ik zou zeggen: maak het behapbaar. Misschien kan iemand eerst worden ingezet als groepshulp, om zich daarna langzaam op te kunnen werken tot pedagogisch professional.’
Geen kant-en-klare oplossing
Petter is positief over de toekomst van de kinderopvang, maar vertelt wel dat er nog heel wat drempels moeten worden overwonnen. ‘Een probleem waar kinderopvangorganisaties tegenaan lopen, is dat ze weinig tijd hebben om mensen in opleiding de begeleiding te bieden die nodig is. Het vraagt soms echt om een aanpassing in beleidsvoering.’
Daarnaast is het ook belangrijk om te blijven kijken naar het huidige personeel en wat er voor nodig is om hen te behouden en tevreden te blijven stellen. ‘Er is, zoals ik zei, geen kant-en-klare oplossing, maar de potentie is er. Nu wordt het tijd dat de branche de deuren wagenwijd openzet voor het talent. Dat kan niemand alleen, samenwerking is de sleutel tot het benutten van het potentieel. Er liggen voldoende kansen voor de kinderopvang. Als we deze kansen blijven benutten, zie ik de toekomst rooskleurig tegemoet.’