Snel na het ontstaan van de ophef over het toezicht op het vaste gezichten criterium heeft staatssecretaris Tamara van Ark de kou uit de lucht weg gehaald. Zij belooft met GGD GHOR in gesprek te gaan om alsnog in de toelichting op te nemen dat de toezichthouder rekening houdt met een aantal situaties van overmacht.
GGD
Eens met Reinoud Kroese. Maar wat er nog mist is structurele aandacht voor de ruimte die GGD GHOR zich meer in het algemeen toe-eigent om als toezichthouder haar eigen interpretatie te bepalen en op te leggen, niet alleen bij het vaste gezichten criterium maar ook bij de 3-uursregeling (concrete tijden ipv tijdvakken) en de uitzonderingsregel voor kleine organisaties inzake de oudercommissie. Die is bedoeld voor kindercentra met minder dan 50 kindplaatsen (50 kinderen gelijktijdig per dag) maar GGD GHOR maakt daarvan: minder dan 50 kinderen (totaal per week), wat neerkomt op ongeveer 20 kindplaatsen en dat is iets meer dan 1 verticale groep van 16 kindplaatsen. GGD GHOR keurt als uitzondering voor een kleine opvang dus alleen 1-groepsopvang goed, alles daarboven is blijkbaar middelgroot. En dat moet je dan wel bewijzen met de plaatsingscontracten van die kinderen!
Prima dat de staatssecretaris hier bovenop zit. Toch blijf ik me verbazen over de frequentie waarmee de overheid in de aanloop naar de Wet IKK onrust heeft veroorzaakt: verscherpte BKR voor 0-jarigen; 3 uur afwijken van de BKR en nu dit weer. Dat is echt niet nodig en kan worden voorkomen door eerder en beter over dingen na te denken.