pedagogische kwaliteit
Toezichthouder krijgt andere rol bij inspectie
Het gesprek tussen kinderopvangeigenaar/ -professional en toezichthouder gaat vaak alleen over regels en structurele kenmerken. Maar dit gesprek moet wat minister Asscher gaan over wat er op de groep echt toe doet. Met het herijken van kwaliteitseisen voor de kinderopvang, moet de toezichthouder een belangrijke gesprekspartner worden voor kinderopvanginstellingen.
GGD-inspectie verankerd in Wet kinderopvang
Al sinds 2001 ondersteunt GGD GHOR Nederland (voorheen GGD Nederland)de GGD'en met het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Toch is deze taak niet verankerd in de Wet kinderopvang. Minister Asscher van Sociale Zaken wil dit per 1 januari 2015 vastleggen in de wetgeving, om de kwaliteit en uniformiteit van het toezicht zo goed mogelijk te borgen.
Abvakabo FNV wil betere ondersteuning pm’er
Abvakabo FNV staat achter de kwaliteitsvisie die Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) heeft ontwikkeld. De vakbond is voor een betere ondersteuning van de pedagogisch medewerker door werkgevers. Daarnaast denkt de vakbond dat meer stabiliteit in de kinderopvang niet alleen goed is voor het kind, maar ook voor de werknemer.
Promotie-onderzoek toont effectiviteit videotraining aan
Katrien Helmerhorst toont met haar promotie-onderzoek aan dat individuele videofeedbacktraining helpt om de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers te verbeteren. Hiervoor ontwikkelde Helmerhorst een nieuwe training: Caregiver Interaction Profile (CIP). Helmerhorst promoveerde met haar onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam.
Ministerie werkt toe naar het nieuwe toezicht
Het nieuwe toezicht op de kinderopvang gaat op 1 januari 2017 in. Tot die tijd werkt het ministerie van Sociale Zaken in vier deelprojecten toe naar dit moment. Er moet van alles gebeuren om toezichthouders, gemeenten, maar ook kinderopvangeigenaren voor te bereiden op dit moment. Martin Flier, directeur Kinderopvang van het ministerie lichtte tijdens Kinderopvang Live toe welke vier deelprojecten er zijn.
Video-interactietraining verbetert kwaliteit gastouderopvang
Wat helpt echt om de pedagogische kwaliteit in je gastouderopvang, maar ook in het kinderdagverblijf te verbeteren? Er zijn veel trainingen, maar de meeste zijn niet wetenschappelijk bewezen effectief. De Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting-ChildCare (VIPP-CC) is dat wel. Vooral in de gastouderopvang wordt nog niet veel met videotrainingen gewerkt. Daar liggen dus kansen voor kwaliteitsverbetering.
Asscher kijkt naar verplicht kwaliteitskader
Het Landelijk Pedagogenplatform kindercentra (LPk) is voorstander van een verplicht landelijk kader voor de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang. Deze staan beschreven in ‘Bouwstenen voor een pedagogisch kwaliteitskader kinderopvang’. Asscher heeft de pedagogische visie ontvangen in het kader van de Kwaliteitsagenda Kinderopvang en neemt deze mee in het ontwikkelen van een kwaliteitsvisie voor de sector.
Kwaliteitsvisie BKK: permanente scholing van pm’ers
De kwaliteit van de kinderopvang en de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen worden voor een groot deel bepaald door de pedagogische kwaliteit van pm'ers en gastouders. De Commissie Kwaliteit van Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) pleit in de Kwaliteitsvisie Kinderopvang daarom voor permanente educatie, inzet van een coach en niet-groepsgebonden uren. Minister Asscher heeft de Kwaliteitsvisie ontvangen.
Gastblog Marleen Kerstens – De X-factor
In deze financieel moeilijke tijd zijn veel locatiemanagers in de kinderopvang bezig met het 'overleven' met het team. Zij zijn erop gericht de locatie draaiende te houden, terwijl zich minder nieuwe vraagouders aanmelden en ze van eerder geplaatste kinderen afscheid moeten nemen. Daarom vraagt gastblogger Marleen Kerstens zich af: heeft u wel de X-factor?
Blog Jolanda Rikers – Teleurgesteld
Enigszins teleurgesteld las ik onlangs de oratie van Ruben Fukkink. Blijkbaar is nauwelijks onderscheid in kwaliteit tussen kinderopvang en peuterspeelzalen. Ook doet het al dan niet uitvoeren van een VVE-programma er niet toe. Ditzelfde geldt voor HKZ-certificering (ben ik wel iets blij mee). Maar wat is dan wel bepalend voor de pedagogische kwaliteit?