Sinds 2007 is er voor deze groep in de tussentijd niets verbeterd.

In Rotterdam hebben wijkteams de regie gekregen om zorgkinderen een plekje te geven in de Plus opvang.

Docenten kunnen te weinig aandacht geven aan alle kinderen in de klas.

Autistische kinderen betreft vier op de vijf keer een jongen. Onderzoekers van Stanford University ontdekten dat autisme zich bij meisjes heel anders uit dan bij jongens. Zij zijn bang dat autisme bij meisjes vaak niet wordt ontdekt.

Op steeds meer plekken in Nederland openen kinderopvangorganisaties hun deuren voor zorgkinderen.

Scholen en kinderopvanginstellingen zijn niet altijd goed voorbereid op vechtscheidingen waardoor zij zelf tussen de partijen in komen te staan. Dit zegt Dianne Kroezen in het aprilnummer van tijdschrift Kinderopvang. Kroezen is advocaat bij Van der Woude de Graaf Advocaten in Amsterdam. Zij geeft praktische tips om zo goed mogelijk met vechtscheidingen om te gaan.

Er is vaak kritiek op wat Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE) oplevert. Onderzoekers van het Kohnstamm Instituut en het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen zagen hoe moeilijk het is voor pedagogisch medewerkers om doelgroepkinderen, met uiteenlopende problemen, naar een goede start op de basisschool te begeleiden. Zij doen suggesties voor verbeteringen in de indicatie en de uitvoering van VVE.

Het vroeg signaleren van een licht verstandelijke beperking van een jong kind kan voordelig zijn. De omgeving van een kind weet dan namelijk waar afwijkend gedrag vandaan komt en hoe het daar het beste kan reageren. In de praktijk is het opsporen van dit gedrag echter niet zo makkelijk. Daarom ontwikkelde Kenniscentrum LVB een handreiking voor kindprofessionals met tips voor geschikte screeningsinstrumenten.

Zorg vindt vanaf dit jaar vaker in de eigen omgeving plaats. Dat geldt ook voor de begeleiding van zorgkinderen. In de regio Haaglanden werkt zorgorganisatie Jeugdformaat al sinds september 2014 met ambulante begeleiding op reguliere groepen waar kinderen komen, zoals de kinderopvang en de school. Speciale zorggroepen voor deze zorgkinderen zijn daardoor bijna niet meer nodig.

Onderzoekers van de universiteit en het universitair medisch centrum in Utrecht willen meer te weten komen over de ontwikkeling van kinderen. Daarom volgen zij de komende tien jaar ongeveer zesduizend kinderen (baby's en pubers). De centrale vraag is: waarom ontwikkelt het ene kind zich goed en loopt het andere kind tegen problemen aan in de maatschappij?