Veel personeel in de kinderopvang kiest ervoor om als zzp’er verder te gaan. Daardoor is het moeilijker om vaste teams te vormen, en dat komt de pedagogische kwaliteit niet altijd ten goede. Wat kunnen werkgevers in de kinderopvang eraan doen om deze uitstroom te voorkomen? 

Ben je klaar met je opleiding? Dan kun je als pedagogisch professional op verschillende manieren aan het werk. In loondienst of als zzp'er, als gastouder, als nanny bij een gezin thuis, op de dagopvang of op de bso. Maar wat past het best bij jou? Wat zijn de verschillen en de voor- en nadelen van elke werkvorm? Wij zochten het voor je uit.

Mag je als kinderopvangorganisatie een mannelijke zzp’er weigeren voor een invaldienst, enkel omdat hij man is? Nee, oordeelde het College voor de Rechten van de Mens onlangs. Toch gebeurde het twee keer bij een mannelijke zzp’er die is aangesloten bij Tadaah. ‘Organisaties hebben geen idee dat dit in strijd is met de wet’, vertelt Tadaah-directeur Steven Lenderink.

Zzp’ers in de kinderopvang krijgen meer dan eens flinke kritiek te verduren. Zo zouden zij ‘bakken met geld’ binnenharken, weinig kwaliteit bieden en verantwoordelijk zijn voor minder vaste gezichten op de groep. Volgens FNV wil een groot deel van de zzp’ers (weer) in loondienst. Is dat zo? En hoe gaan zzp’ers om met de kritiek?

Steeds meer kinderopvangorganisaties krijgen ermee te maken: medewerkers verruilen hun (vaste) contract in de kinderopvang voor het zelfstandig ondernemerschap. Enerzijds is de sector blij met deze flexibele zzp’ers, anderzijds is er nog veel onduidelijk over de risico’s voor werkgevers en zzp’ers. Wat zijn de regels voor zelfstandig ondernemers en hun opdrachtgevers?