De VNG vindt het naar eigen zeggen belangrijk dat kinderopvang toegankelijk is voor alle kinderen en zet zich er voor in om van kinderopvang een basisvoorziening te maken. Het wetsvoorstel, om in 2026 de maximum uurprijs voor de kinderopvangtoeslag (KOT) niet te indexeren, maakt de kinderopvang voor werkende ouders met een laag inkomen juist duurder. ‘Het kabinet zet met deze maatregel een stap weg van breed toegankelijke kinderopvang en maakt het juist minder toegankelijk voor de ouders van kinderen die veel baat hebben bij kinderopvang en Voorschoolse Educatie. Het is een onverstandige maatregel die de ontwikkeling van deze kinderen benadeelt’, aldus de VNG.
Betaalbaarheid ouders met laag inkomen daalt
De plannen voor een nieuw financieringsstelsel voor de kinderopvang zet het huidige kabinet voort. Het doel is dat uiteindelijk werkende ouders 96 procent vergoeding krijgen voor de kinderopvang, onafhankelijk van het inkomen. De VNG zegt hierover: ‘Het Rijk stelt dat de voorgestelde wetswijziging acceptabel is, omdat de komende jaren de betaalbaarheid van de kinderopvang voor veel ouders sterk zal toenemen. Per saldo betekent dit voor de meeste ouders een daling van de netto-opvangkosten, ondanks het niet-indexeren van de maximum uurprijs in 2026. Alleen de betaalbaarheid van de kinderopvang voor ouders met een laag inkomen dáált juist. Zij ontvangen nu 96 procent vergoeding via de kinderopvangtoeslag. Zij ondervinden daardoor wél de negatieve gevolgen van het niet-indexeren in 2026, maar níet de positieve effecten van het extra geld dat de komende jaren uitgetrokken wordt voor vergoeding van de kinderopvang.’
Gevolgen voor ouders
De tarieven die kinderopvangorganisaties in rekening brengen, zijn vaak hoger dan de maximum uurprijs waar het Rijk de kinderopvangtoeslag voor ouders op baseert. Het gevolg is dat de eigen bijdrage van ouders veelal groter is dan waar bij de maximum uurprijs vanuit wordt gegaan. Dus ouders die 96 procent vergoeding ontvangen, betalen in de praktijk meer dan 4 procent aan eigen bijdrage, legt de VNG uit in hun reactie. ‘Door het niet indexeren van de maximum uurprijs wordt deze eigen bijdrage nog groter. Terwijl juist in 2024 de KOT extra is verhoogd om de vergoeding van het rijk in lijn te brengen met de daadwerkelijke kosten die door de kinderopvang in rekening brengt bij de ouders.’ Ook komt de VNG met een rekenvoorbeeld waarbij de ouders voor 2 dagen opvang voor 1 kind in 2024 € 469 per jaar betalen, en in 2026 dit toeneemt tot maar liefst € 1040.
‘De hogere eigen bijdrage is een blijvend effect; in de volgende jaren blijft het in 2026 opgebouwde verschil bestaan tussen vergoeding en de kosten van de kinderopvang. Het negatieve effect voor de lage inkomens werkt dus structureel door.’ De VNG roept het Rijk op om de structurele, negatieve effecten van dit wetsvoorstel voor ouders met een laag inkomen te voorkomen. ‘Door de hogere eigen bijdrage die deze ouders moeten betalen, wordt de kinderopvang minder toegankelijk. Dit treft de ontwikkeling van hun kinderen. Het verhoogt ook de drempel om de stap te maken van een uitkering naar betaald werk.’
Andere reacties op niet-indexeren uurprijs in 2026
Eerder reageerde de Brancheorganisatie Kinderopvang ook al negatief op dit (voorgenomen) besluit. ‘Liever zien we dat de overheid de plannen van bijna-gratis kinderopvang niet doorzet. Dan is deze bezuiniging ook niet nodig. De huidige Wet Kinderopvang schrijft voor dat de maximum uurprijs jaarlijks geïndexeerd moet worden. Door hier aan te tornen, toont de overheid zich onbetrouwbaar.’
‘Een totaal onzinnig voorstel’, zei ook Ed Buitenhek, adviseur voor kinderopvangorganisaties en gemeenten hierover in dit artikel. ‘De extra indexeringen van de afgelopen drie jaren worden deels teruggedraaid. Die indexeringen waren juist door het vorige kabinet ingezet omdat er in de voorgaande jaren zo bezuinigd was op het toeslagtarief.’