Pedagogisch medewerkers spelen een cruciale rol in de taalontwikkeling van jonge kinderen. Daarom is het uiteraard belangrijk om duidelijke richtlijnen te hebben over hoe en wanneer verschillende talen of dialecten kunnen worden gebruikt.
Het belang van tweetaligheid
We schreven er al eerder over: tweetaligheid biedt tal van voordelen voor kinderen, waaronder cognitieve voordelen, betere probleemoplossende vaardigheden en een grotere culturele bewustwording. Kinderen die meerdere talen spreken, hebben ook toegang tot een breder scala aan literatuur en media en kunnen gemakkelijker communiceren in een diverse samenleving. Juist in de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor het gebruik van dialect in de kinderopvang.
Voordelen streektaal
Ook Dr. Mirjam Günther, lector van het Lectoraat Meertaligheid & Geletterdheid bij NHL Stenden hogeschool, beaamt dat het gebruik van een streektaal zoals Drents, Fries of Limburgs voordelen heeft: ‘Vanuit het lectoraat zien we meertaligheid als een verrijking. Er wordt wel eens gedacht dat meertaligheid ten koste gaat van het goed leren van een andere taal maar dat is nooit bewezen. Je eigen taal is een brug naar het leren van een andere taal. Taal is emotie en onderdeel van wie jij bent, er gaat zoveel meer mee gepaard dan alleen woordenschat en grammatica.’
Humpie Dumpie
Koepelorganisatie MIK & PIW Groep, waar ook Humpie Dumpie onder valt, maakt zich sterk voor het gebruik van Limburgse taal bij jonge kinderen, vertelt bestuurder Raymond Clement tegen lokale omroep L1: ‘Juist omdat wij een aantal dialectgekken voor de groepen hebben staan, lopen wij voorop. We weten steeds beter dat gebruikers van dialect en tweetaligheid juist veel positieve effecten hebben en bijdragen aan een betere taalontwikkeling. Maar we weten ook dat iedere verandering moeite kost. Dat is hierbij ook het geval.’
Richtlijnen voor tweetaligheid in de kinderopvang
Algemeen Nederlands (AN) dient als de basis van communicatie in de kinderopvang. Het is de standaardtaal die in het onderwijs en de meeste officiële communicatie wordt gebruikt. Het beheersen van Nederlands is essentieel voor de academische en professionele ontwikkeling van kinderen in Nederland. Pedagogisch medewerkers hebben daarom een belangrijke rol in het zorgen voor een sterke basis in AN voor de kinderen.
Wetgeving
Pedagogisch medewerkers moeten volgens deze wet uit 2023 ervoor zorgen dat ten minste 50 procent van de communicatie met de kinderen in AN plaatsvindt. Een andere taal mag dus voor ten hoogste 50 procent van de openingstijd per dag gesproken worden. Dit zorgt ervoor dat kinderen een solide basis in de standaardtaal krijgen. Nederlands wordt gebruikt tijdens gestructureerde activiteiten zoals voorlezen, instructies geven, en educatieve spelletjes. De tweede taal kan flexibel worden toegepast afhankelijk van de samenstelling van de groep en de specifieke behoeften van de kinderen. Bovendien is het belangrijk dat het gebruik van dialect of een tweede taal opgenomen wordt in het beleidsplan van de opvang – zodat alle medewerkers weten wat de visie hierop is van de betreffende opvanglocatie.
Meer op hun gemak met streektaal
Lokale dialecten of talen die thuis door de kinderen worden gesproken, kunnen worden gebruikt om kinderen zich meer op hun gemak te laten voelen en hun culturele identiteit te versterken. Dialecten en tweede talen kunnen vooral worden gebruikt tijdens informele momenten zoals speeltijd, maaltijden, troosten en persoonlijke gesprekken. Het is belangrijk dat kinderen ook leren wanneer het passend is om welke taal te gebruiken, afhankelijk van de context en het publiek.
Zelf aan de slag
Maar hoe ga je hier nou zelf mee aan de slag? Zorg ervoor dat alle kinderen zich betrokken voelen bij de activiteiten, ongeacht hun taalachtergrond. Gebruik visuele hulpmiddelen, gebaren, en herhalingen om de communicatie voor iedereen begrijpelijk te maken. Moedig kinderen aan om elkaar te helpen en van elkaar te leren. Dit bevordert niet alleen taalontwikkeling, maar ook sociale vaardigheden en onderlinge respect. Gebruik het dialect als een brug om kinderen te helpen de overstap naar Nederlands te maken.
Wat je nog meer kan doen? Start gesprekken in het dialect en vertaal geleidelijk naar Nederlands. Werk bovendien samen met ouders om te begrijpen welke talen en dialecten thuis worden gesproken. Dit helpt om een coherent en ondersteunend taalbeleid te ontwikkelen dat zowel thuis als in de kinderopvang consistent is.
Beheersing Nederlands mag niet in gedrang komen
Lokale dialecten spelen een belangrijke rol in de culturele identiteit van kinderen. Het gebruik van dialecten in de kinderopvang kan bijdragen aan een gevoel van gemeenschap en verbondenheid. Het is echter cruciaal om een balans te vinden zodat de beheersing van Nederlands niet in het gedrang komt geeft de GGD aan. De GGD Zuid-Limburg die de inspectie uitvoert, merkt tegen L1 op dat er gerust Limburgs dialect gebruikt mag worden in de kinderopvang: ‘Wel stelt de wet daar voorwaarden aan en daar wordt bij een inspectie op gelet. Hoe ze daarmee omgaan, moeten ze vastleggen. Bijvoorbeeld in welke verhouding ze Nederlands-dialect gebruiken. Onze inspectie merkte op dat de betreffende kinderopvang niets heeft vastgelegd over het gebruik van het dialect. En daarmee voldoet deze kinderopvang niet aan de wet Kinderopvang.’
Praktische toepassingen
Wil jij op de opvang meer aandacht besteden aan tweetaligheid en dialecten? Dit zijn leuke manieren om het integreren in het programma:
-
Voorlezen in twee talen
Lees een verhaal eerst in Algemeen Nederlands voor en bespreek het daarna in de tweede taal of dialect. Dit helpt kinderen de inhoud beter te begrijpen en verrijkt hun woordenschat in beide talen.
-
Liedjes en rijmpjes
Gebruik liedjes en rijmpjes in zowel Nederlands als de tweede (streek)taal. Muziek is een effectieve manier om taalritmes en uitspraak te leren.
-
Culturele dagen
Organiseer culturele dagen waarop kinderen en medewerkers verhalen, spelletjes, en tradities uit verschillende culturen delen. Dit kan in verschillende talen gebeuren en helpt kinderen een bredere wereldvisie te ontwikkelen.