Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe kun je bijdragen aan een veilige hechting? 

Hechting: die diepe, emotionele band tussen een kind en een volwassene. Wat doe je als een kind onveilig gehecht is? Kun jij daar als pedagogisch medewerker iets aan veranderen? En heb je er ooit bij stilgestaan dat jouw eigen hechtingsstijl mede bepaalt hoe je kinderen benadert? 

Moeder knuffelt met baby
Christin Lola / stock.adobe.com

Ongeveer veertig procent van de gezonde, thuiswonende kinderen in Nederland is onveilig gehecht. Dit betekent dat ze in hun band met ouders meer onzekerheid ervaren. Het is niet zo dat al deze kinderen hier later een stoornis aan overhouden of er met een psycholoog over moeten praten. Door positieve ervaringen kan er heel wat worden hersteld. Hechting is geen vaststaand gegeven, maar een dynamisch proces. Tegelijkertijd is er ook een belangrijke rol weggelegd voor pedagogisch medewerkers om bij te dragen aan een veilige hechting.

Hoe ontstaat een hechtingsrelatie?

Joyce Blauwhoff, eigenaar van J. Blauwhoff Pedagogische Trainingen en Advies, is deskundig op het gebied van veilige hechtingsrelaties bij jonge kinderen. We vroegen haar hoe zo’n hechtingsrelatie tot stand komt.
‘Dat is eigenlijk best bijzonder,’ aldus Blauwhoff. ‘Want het begint al in de baarmoeder. Zo’n drie maanden voordat het kind geboren is, wordt hier al het fundament voor gelegd. Tijdens je zwangerschap kun je al verbinding maken met je kind. Maar de stress die een moeder ervaart en schadelijke gewoonten zoals roken en alcoholgebruik, kunnen al invloed hebben op het fundament van het brein.’
Daarnaast speelt volgens Blauwhoff ook de interactie na de geboorte een cruciale rol. ‘Dat klinkt als een open deur, maar daar moet je wel doorheen lopen. Ik heb het natuurlijk over responsief reageren op signalen van een kind. Denk hierbij aan oogcontact, praten en voorspelbaarheid. Als je bijvoorbeeld tegen een baby zegt dat je hem gaat verschonen, aai hem dan eerst even over zijn bol en kijk hem aan. Dit schept vertrouwen. Simpel, maar zulke kleine gebaren hebben een grote impact.’ 

Wat kun je doen als pedagogisch medewerker?

Pedagogisch medewerkers kunnen een belangrijke buffer vormen, vooral voor kinderen die thuis met stressvolle situaties te maken hebben. Blauwhoff legt uit: ‘Het brein van een kind maakt in de eerste duizend dagen enorm veel verbindingen. Als dat fundament op jonge leeftijd al breuken oploopt, kan dit later voor uitdagingen zorgen. Het goede nieuws is dat er altijd herstel mogelijk is, zeker als er een sensitieve volwassene in de omgeving van het kind aanwezig is.’
Pedagogisch medewerkers kunnen ontzettend veel voor deze kinderen betekenen. Bijvoorbeeld door op de grond te gaan zitten, oogcontact te maken en simpelweg aanwezig te zijn. Blauwhoff waarschuwt echter voor de automatische piloot. ‘Het is begrijpelijk dat je in de hectiek van een werkdag soms terugvalt op vaste routines, maar het gevaar is dat je daardoor minder responsief gaat reageren. Als je stress ervaart door werkdruk, kun je minder goed afstemmen op een kind, en dat werkt door. Het is daarom belangrijk om goed voor jezelf te zorgen, zodat je er écht voor de kinderen kunt zijn.’

Op elke groep vind je wel een paar kinderen met opvallend gedrag. Welke tools kun je bij bijzonderheden in gedrag inzetten om het kind te helpen? Tijdens de masterclass Opvallend Gedrag bij Kinderen op 14 februari 2025. Ontdek je hoe je de groepsdynamiek optimaal kunt houden en ook zelf de regie kunt bewaren over de situatie.
Joyce Blauwhoff zal een van de sprekers zijn >>>
 

Het gevaar van onveilige hechting

Onveilige hechting kan zich op verschillende manieren uiten. Blauwhoff legt uit: ‘Sommige kinderen klampen zich vast aan volwassenen, terwijl anderen juist een afwijzende houding ontwikkelen. Dit gedrag komt vaak voort uit wisselende signalen van de volwassene: de ene keer bron van troost, de andere keer een bron van stress. Kinderen passen zich daarop aan en nemen deze patronen mee in hun verdere leven.
Bij een klein aantal kinderen is er sprake van gedesorganiseerde hechting. Dit komt bijvoorbeeld voor als gevolg van trauma, langdurige afwezigheid van een ouder of misbruik. De gevolgen hiervan kunnen ernstig zijn zoals: psychische- en gedragsproblemen. 

Reflectie en zelfkennis

Volgens Blauwhoff is het als pedagogisch medewerker essentieel om naar jezelf te kijken. ‘Je eigen hechtingsstijl speelt een rol in hoe je kinderen benadert. Als je zelf bijvoorbeeld een afwezige ouder hebt gehad, ben je misschien gewend om alles alleen te doen. Het kan dan voorkomen dat je minder snel hulp vraagt of signalen van kinderen mist. Durf in de spiegel te kijken en te zien hoe jouw gedrag invloed heeft op kinderen.
Kinderen houden ons een spiegel voor. Als een kind bijvoorbeeld vaak driftbuien heeft, kan het helpen om te kijken of er iets in jouw benadering speelt dat dat gedrag uitlokt. Het is niet altijd makkelijk, maar juist dat maakt ons werk zo bijzonder.’ 

De rol van kinderopvang

De kinderopvang kan echt een verschil maken, stelt Blauwhoff. ‘Voor sommige kinderen is de opvang een veilige haven, zeker als het thuis minder goed gaat. Drie dagen per week in een omgeving met sensitieve pedagogisch medewerkers kan een wereld van verschil maken. Maar de kwaliteit moet dan wel hoog zijn. Als de kwaliteit laag is, heeft opvang juist een negatief effect op het welzijn van een baby.’
Een belangrijk aandachtspunt is continuïteit. Blauwhoff maakt zich zorgen over het wisselende personeel in de kinderopvang. ‘Baby’s hebben behoefte aan voorspelbaarheid en vertrouwde gezichten. Als er steeds andere medewerkers op de groep staan, tast dat hun gevoel van veiligheid aan. Het is daarom cruciaal om ook bij personeelstekorten te zorgen voor stabiliteit op de babygroepen.’ 

Ouders betrekken

Pedagogisch medewerkers kunnen ouders ook ondersteunen in hun opvoedrol. Blauwhoff: ‘Wat ik zie, is dat ouders soms hulp kunnen gebruiken. Als pedagogisch medewerker kun je helpen door signalen te benoemen en samen met ouders te kijken wat een kind nodig heeft. Stel bijvoorbeeld vragen als: “Hoe gaat het thuis? Hoe gaat het met jou?”  Ik merk dat pedagogisch medewerkers soms nog onzeker zijn over hun eigen rol als medeopvoeder van het kind. Toch weten ze vaak wel wat er nodig is en kunnen ze ouders met hun ervaring heel goed helpen.’ 

Veerkracht en hoop

Tot slot is Blauwhoff hoopvol over de mogelijkheden om onveilige hechting te herstellen. Met de juiste ondersteuning, zowel in de kinderopvang als thuis, kunnen kinderen een veilige basis ontwikkelen.
Haar boodschap aan pedagogisch medewerkers is dan ook duidelijk: ‘Wees die sensitieve volwassene die het verschil maakt. Kleine momenten van contact en aandacht hebben een grote impact. En vergeet niet om ook goed voor jezelf te zorgen. Alleen dan kun je écht iets betekenen voor de kinderen.’ 

 

Meer weten? Luister en lees dan ook:

PODCAST | Podje Opvoeden – Stress en autisme: kinderen met extra ondersteuningsbehoeften in de kinderopvang

Hoe ga je als pm’er om met kinderen die een extra ondersteuningsbehoefte hebben? Bijvoorbeeld kinderen met autisme? En wat is de invloed van stress op het gedrag van kinderen met autisme? Gezinspedagoog Joyce Blauwhoff gaat spreekt in deze aflevering van Podje Opvoeden daarover met gedragsanalist Marjon Kuipers. ‘Eigenlijk weet niemand precies wat autisme is.’ Beluister de podcast

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.