*overal waar moeder staat, kan ook vader gelezen worden
‘De kans dat je weleens een kind opvangt van wie minimaal één van de ouders een postpartum depressie heeft, is groot’, aldus Anne Marleen Meulink, counselor en adviseur bij Postpartum Steun en schrijver van het boek Postpartum depressie. Volgens haar is het daarom belangrijk dat je als pedagogisch medewerker kennis hebt over deze vorm van depressie. Niet alleen om deze ouders goed te kunnen ondersteunen, ook het kind zal er in mindere of meerdere mate onder lijden of geleden hebben en hierdoor bepaald gedrag kunnen vertonen. ‘Het is dan goed om te weten wat de onderliggende (mede)oorzaak kan zijn.’
Oorzaken depressie
Een postpartum depressie ontstaat vaak door een samenloop van omstandigheden. Denk aan hormonen, vermoeidheid, een traumatische bevalling, de (communicatie met de) medisch specialisten om de nieuwe moeder heen, verwachtingen die niet uitkomen, ervaringen en trauma’s uit het verleden van de moeder en de rol van de partner. Bij de één zal het ene aspect meer meespelen en bij een ander, het andere. ‘Waar het eigenlijk op neerkomt als je heel veel gevoelens ervaart, is dat je deze mág voelen. Want rondom een bevalling voel je als nieuwe moeder natuurlijk van alles. Niet alleen mooie en leuke gevoelens als liefde en trots, maar ook verantwoordelijkheidsgevoel, irritatie of angst bijvoorbeeld.’
Vaak vinden – en verwachten – moeders dat ze alleen maar blijdschap en trots mogen ervaren. ‘Maar soms voelen ze ook allerlei minder mooie gevoelens. Vervolgens denken ze: oh nee, ik voel nu iets wat ik niet mag voelen. Weg ermee. Maar dat kan niet en uiteindelijk worden deze gevoelens alleen maar groter en worden de positieve gevoelens (ook) weggedrukt. Dan blijft er een leeg, kaal, somber en angstig gevoel over. Daarom is het zo belangrijk dat er ruimte is voor deze negatieve gevoelens, zonder oordeel. Je mág het zwaar en lastig vinden.’
Meer lezen en zien over over postpartum depressie? Een aantal boeken- en documentairetips van de redactie
Postpartum depressie, depressief na een bevalling: oorzaken, gevolgen en adequate ondersteuning
Mama huilt harder: twee kinderen, twee depressies – Leslie Keijzer
Toen kreeg ik weer lucht: handboek voor moeders zonder roze wolk – Tilda Timmers
Op de hoogte zijn
Werk je in de kinderopvang, dan is het belangrijk om op de hoogte te zijn van een mogelijke postpartum depressie. Meulink: ‘Vaak zie je het aan hoe iemand uit zijn of haar ogen kijkt. Ook als het afscheid heel zwaar is voor de moeder of als ze juist heel vlak is, is dat een signaal. Maar veel handiger is om hiernaar te vragen tijdens het intakegesprek. Neem de tijd voor het gesprek en vraag hoe de ouders de maanden na de bevalling hebben ervaren.’ Mocht een moeder aangeven dat ze het inderdaad moeilijk heeft met het nieuwe ouderschap, is het belangrijk hier goed op te reageren. ‘Oordeel niet en toon empathie en begrip. Geef ook aan dat deze gevoelens erbij kunnen horen en dit meer nieuwe ouders overkomt. Stel gerust. Verwijs haar eventueel naar de huisarts, als ze nog geen hulp heeft gezocht.’
Een postpartum depressie kan ervoor zorgen dat moeders veel moeite hebben met het brengen van hun kind; soms kunnen ze moeilijk afstand doen. ‘Probeer haar dan het vertrouwen te geven dat haar kind veilig is bij jullie en er goed voor hem of haar gezorgd wordt’, aldus Meulink. ‘Geef ook aan dat het misschien fijn is voor haar om even wat tijd voor zichzelf te hebben. In de eerste periode kun je bijvoorbeeld ook net even wat vaker een fotootje sturen van het kindje dat lekker ligt te spelen. Zo bouw je langzaam vertrouwen op.’
Intrusies
Anne Marleen Meulink denkt dat het belangrijk is dat er voldoende kennis is over postpartum depressie binnen de kinderopvang. ‘Laat je daarom scholen op dit terrein. Vrouwen met een postpartum depressie kunnen bijvoorbeeld last hebben van dwanggedachten. Denk aan dat ze hun kind van de trap laten vallen of iets aandoen. Dat klinkt ontzettend eng. Moeders schrikken zelf ook enorm van dit soort gedachten – intrusies – en denken dat die een teken zijn dat zij gek of gevaarlijk zijn. Dat is níet zo. Het lucht moeders enorm op als degene aan wie zij dit vertellen, rustig reageert en uitlegt dat intrusies veel voorkomen bij prille ouders’, aldus Meulink. ‘Het komt ook weleens voor dat vrouwen vertellen dat ze een postpartum depressie hebben en dat iemand dan reageert met “Nee joh, jij hebt geen depressie, want jij zorgt heel goed voor je kind!”. Dan erken je iemands gevoel niet. Bovendien zorgen vrouwen met een postpartum depressie heel vaak hartstikke goed voor hun kind.’
Effect op kinderen
Hoewel niemand met een postpartum depressie wil dat haar kind(eren) eronder lijdt, kan het helaas wel in meerdere of mindere mate een negatief effect hebben op het kind, legt de counselor uit. ‘Bijvoorbeeld op de sociaal-emotionele ontwikkeling; het kan onveiligheid geven en voor onrust zorgen binnen het gezin. Kinderen kunnen hierdoor wat angstiger worden. Ook kan het een negatief effect hebben op de cognitieve ontwikkeling van het kind omdat er soms minder vaak iets met hem of haar ondernomen wordt en er minder tegen hem of haar gepraat wordt. Belangrijkste is dat je hiervan als pedagogisch medewerker bewust bent.’
Het komt ook voor dat de moeder zich zo verschrikkelijk schuldig voelt ten opzichte van het kind, dat ze het moeilijk vindt om grenzen aan te geven. ‘Soms staan moeders hierdoor niet zo sterk in hun opvoedrol, waardoor je kinderen krijgt die vaak hun zin krijgen. Of ze zijn bang dat hun kind ook psychisch kwetsbaar is, waardoor ze hun angsten op hun kind projecteren. Daarnaast kent iedereen in de kinderopvang wel moeders die “veeleisend” zijn. Dit kan ook een uiting zijn van weinig vertrouwen in de weerbaarheid van het kind. Probeer dan echt dat vertrouwen te geven dat het goedkomt en goed gaat met het kindje.’
‘Blij dat je er weer bent!’
‘Tot slot: voor een moeder die het zwaar vindt met haar eigen kind, is het heel fijn als je laat merken dat je het leuk vindt dat haar kind weer op de groep is. Zelf kunnen deze moeders zich dat namelijk soms bijna niet voorstellen, omdat alles zwaar voelt. Zeg dus bijvoorbeeld bij het halen en brengen: “Wat is het toch een leuk kind! Wat gezellig dat hij/zij er weer is!”
Gehoorschade kinderopvang: ‘Ik grijp regelmatig naar mijn oren’
Hoe veilig zijn jouw oren eigenlijk op de werkvloer? Volgens een recent artikel van KinderopvangTotaal is de kans op gehoorschade groter dan je denkt. Jullie reacties op sociale media spreken boekdelen: harde geluiden op de groep zijn een dagelijkse realiteit. Lees het artikel hier >>
Oh dit vind ik een hele leerzame en mooi artikel. Hier ga ik als gastouder nog is meer naar kijken en opletten. Het zeggen dat ik blij ben dat een kind binnen komt zeg ik altijd. Ook als ze naar huis gaan. Maar ik ga zeker meer kijken naar ook vaders en moeders. Mooi artikel