Hoe bepaal je of VVE-programma's daadwerkelijk effect hebben? En wat kunnen pedagogisch medewerkers doen om bij te dragen aan het verkleinen van onderwijsachterstanden? Dit zijn vragen die lastig te onderzoeken zijn, maar de gemeente Westerwolde liet zich hierdoor niet ontmoedigen. Vorig jaar startte een project waarin zij VVE-locaties kritisch onder de loep namen: het doel? De kwaliteit van VVE verhogen en voor alle kinderen gelijke kansen creëren.
Een pedagogisch medewerker op een VE-groep moet aan meer kwalificatie-eisen voldoen dan een pedagogisch medewerker op een reguliere groep. Aan welke precies? En hoe kun je aantonen dat je medewerkers hieraan voldoen?
Kinderopvang Columbus Junior wil dat alle kinderen gelijke ontwikkelingskansen krijgen en biedt daarom voorschoolse educatie aan alle kinderen van 0 tot 4 jaar. Dat doen zij door binnen de hele organisatie te gaan werken met het VVE-programma ‘Uk & Puk’.
De eerste uitkomsten van het pre-COOL-onderzoek naar de effecten van kinderopvang en voor- en vroegschoolse educatie (vve), levert interessante inzichten op.
Logopedisten kunnen het effect van Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE) in de kinderopvang vergroten. Dit zegt de beroepsvereniging van logopedisten, NVLF. Zij zien een rol voor zichzelf weggelegd om taalontwikkelingsstoornissen van jonge kinderen te voorkomen en willen graag meer samenwerken met de kinderopvang.
Kinderopvanglocaties, peuterspeelzalen, gastouderbureaus en gastouders moeten voldoen aan kwaliteitsregels volgens de Wet kinderopvang. Toezichthouders zoals de GGD controleren hierop. In de nieuwe modelrapporten is te zien hoe zij de kwaliteitseisen uit de wet het komende jaar 2015 beoordelen.
GGD-inspecteurs gebruiken sinds 2012 een veldinstrument waarmee ze de pedagogische kwaliteit van een kinderopvanglocatie beoordelen. Dit instrument is onlangs aangepast naar aanleiding van adviezen voor verbeteringen. Daarnaast wordt het openbaar gemaakt voor het werkveld. Op die manier kan een eigenaar/manager van een locatie beter het gesprek aangaan met de inspecteur.
Kamerleden hebben minister Asscher van Sociale Zaken aan de tand gevoeld over de Wet versterking positie ouders in de kinderopvang en peuterspeelzalen. Vanaf 1 juli 2015 verandert de zeggenschap van ouders in de kinderopvang en kunnen de kleinste kinderopvangorganisaties een alternatieve ouderraadpleging organiseren. Veel organisaties komen gezien hun grootte hiervoor in aanmerking.
De kwaliteit op een peuterspeelzaal verschilt nauwelijks met de kwaliteit op een kinderdagverblijf. Of het een VVE-locatie is of niet, maakt ook weinig verschil. Dit concluderen onderzoekers van het Kohnstamm Instituut. VVE-groepen laten eigenlijk alleen een betere kwaliteit zien bij het item ‘boeken’. Dat is een magere score omdat er door de overheid juist fors in VVE-groepen wordt geïnvesteerd.
Hoe komt de opvang van peuters eruit te zien? Het Ministerie van Sociale Zaken is, onder leiding van minister Asscher, al jaren bezig met de harmonisatie van peuteropvang. Maar zijn plannen gaan voor branchepartijen in de kinderopvang en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) niet ver genoeg. Zij zien liever gratis dagdelen voor alle peuters. Dat is volgens Asscher financieel absoluut niet haalbaar.