Hoe bepaal je of VVE-programma's daadwerkelijk effect hebben? En wat kunnen pedagogisch medewerkers doen om bij te dragen aan het verkleinen van onderwijsachterstanden? Dit zijn vragen die lastig te onderzoeken zijn, maar de gemeente Westerwolde liet zich hierdoor niet ontmoedigen. Vorig jaar startte een project waarin zij VVE-locaties kritisch onder de loep namen: het doel? De kwaliteit van VVE verhogen en voor alle kinderen gelijke kansen creëren.
De Inspectie van het Onderwijs onderzocht in 2022 weer de kwaliteit van de voorschoolse educatie in Nederland. Die blijkt ten opzichte van 2017 stabiel gebleven ondanks de coronapandemie en het toenemende personeelstekort. Uit de resultaten blijkt wel een verschil in onder meer de educatieve kwaliteit tussen voorscholen. Zo kan het aanbod op ongeveer een kwart van de voorscholen beter worden afgestemd op de ontwikkeling van de kinderen.
Bij sommige kinderen verloopt de start op het basisonderwijs niet zo soepel. Onderzoeks- en adviesbureau Sardes heeft een wetenschappelijk kader geschetst om de start op school voor deze kinderen te verbeteren. Want welke kinderen hebben een minder goede start? Waardoor komt dit? En nog belangrijker: hoe kunnen kinderopvang- en onderwijsprofessionals (het begin van) de schooltijd voor deze kinderen verbeteren?
Voorschoolse educatie van hoge kwaliteit wordt wereldwijd als een van de meest effectieve onderwijsinterventies beschouwd. IJsbrand Jepman en Karin Vander Heyden (Sardes) schreven voor Onderwijskennis.nl een artikel met daarin een overzicht van relevante onderzoeken naar VVE.
Het verbeteren van de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie: dat was het doel van de innovaties die vanaf 2017 voor een aantal jaren in vijf gemeenten werden uitgevoerd en onderzocht door het Kohnstamm Instituut, KBA Nijmegen en de Vrije Universiteit Amsterdam. Wat heeft deze proeftuin opgeleverd voor de VVE?
In opdracht van het ministerie van Onderwijs heeft het bureau Andersson Elffers Felix (AEF) onderzoek gedaan naar toezicht op de voorschoolse educatie. De BMK heeft een aantal van haar leden die ve-aanbieder zijn, gevraagd deel te nemen aan de interviews met AEF. Het eindrapport is nu openbaar beschikbaar.
Digitaal voorlezen blijkt een groot succes onder VE-kinderen en hun ouders. Digitale prentenboeken worden veel vaker gelezen dan papieren voorleesboeken. Dit blijkt uit onderzoek van het VE-innovatiecentrum in Dordrecht.
Tijdens de lockdown hebben VVE-aanbieders op verschillende manieren contact gehouden met ouders, om hen te blijven betrekken bij de ontwikkelingsstimulering van hun kind. Wat werkte daarbij wel en wat niet? Expertisecentrum Nederlands en Stichting PAS deden onderzoek.
Onderzoekers van de Universiteit Utrecht starten in samenwerking met Sardes een nieuw onderzoek naar de ontwikkelingen in voorschoolse educatie. Onderzocht gaat worden of de maatregel dat doelgroeppeuters vanaf 2020 minstens 16 uur voorschoolse educatie horen te krijgen, de kansengelijkheid zal bevorderen.
Gezinsgerichte vve-programma’s blijken vaak slecht ingevoerd in gezinnen van laagopgeleide ouders. Ook hebben de programma's vaak weinig effect op de taalontwikkeling. Dat blijkt uit promotieonderzoek van pedagoge en sociologe Sanneke de la Rie.